Mestdecreet lost beloften niet in

Het mestbeleid dat sinds begin 2007 van kracht is, wordt niet naar behoren uitgevoerd. Dat blijkt uit een eerste lezing van het Voortgangsrapport van de Mestbank. De Mestbank mag overtredingen tegen bepalingen uit de mestwetgeving wel vaststellen, maar sommige overtredingen kan ze niet beboeten.

De Vlaamse regering laat immers na de uitvoeringsbepaling vast te stellen die nodig is voor de berekening van de boetes bij overtreding van de nitraatresidunormen. Dat besluit moet jaarlijks worden herzien.

In 2007 werd op 2255 percelen (26% van de metingen) een overschrijding van de norm vastgesteld. Er werd voor 379 percelen met zware overschrijding een boete opgelegd. In 2008 vertoonde ongeveer 30% van de percelen een te hoog nitraatresidu.

Maar boetes bleven uit, zelfs bij zware overschrijdingen.

De milieubeweging betreurt dat de regering haar eigen mestbeleid niet consequent uitvoert. Straffeloosheid geeft landbouwers een fout signaal: wie het niet zo nauw neemt met de correcte naleving van de regelgeving wordt aangemoedigd.

Voor de landbouwers die de regelgeving wel respecteren kan dit het signaal zijn om dat in de toekomst wat minder te doen. Ook landbouworganisaties lieten in het verleden meermaals weten dat er moest worden opgetreden tegen de ‘cowboys’.

Op maandag 9 februari werd het nieuwe voortgangsrapport van de Mestbank  (over de periode 2007/2008) voorgesteld op de Technische Werkgroep Nutriënten. Dat is de nieuwe benaming van de vroegere 'Stuurgroep Mest'.

 

Al bij een eerste bespreking bleek dat er zich diverse problemen voordoen en dat een eerste evaluatie van het nieuwe mesdecreet niet zonder meer positief is.

Naast het tekort inzake handhaving, dienen zich nog twee problemen aan. De Mestbank berekende dat het theoretisch aanbod aan dierlijke mest in evenwicht is met de beschikbare afzetruimte. Ze besluit daaruit dat de Vlaamse mestbalans in evenwicht is. Maar uit het Voortgangsrapport blijkt dat dit in de praktijk niet het geval is. Als we kijken naar wat de landbouwbedrijven in 2007 werkelijk uitreden aan dierlijke mest, dan blijkt die hoeveelheid hoger te liggen dan de beschikbare afzetruimte. Dus toch een reëel overschot dat wel degelijk werd uitgereden op Vlaamse gronden. De audits van de Mestbank bevestigen dit: bij 25% van die audits werd een overbemesting met dierlijke mest vastgesteld. Dit overmatig mestgebruik wijst er opnieuw op dat de handhaving ook op dit vlak tekort schiet. Het resultaat: nog steeds een slechte kwaliteit van het Vlaamse oppervlakte- en grondwater.

Door de derogatieregeling zal de beschikbare afzetruimte in 2008 dalen, terwijl de mestproductie niet afneemt. Het overschot dreigt dus nog toe te nemen. De overheid hoopt daarom op verdere groei van de mestverwerking. Maar daar duiken dan weer nieuwe problemen op. Uit het voortgangsrapport blijkt nu dat door uitbreiding van de veestapel na mestverwerking de ammoniakemissies in Vlaanderen terug zullen toenemen. Hoofdverantwoordelijke: de veeteelt.

Ammoniak leidt tot verzuring van bodem en oppervlaktewater. Hierdoor loopt Vlaanderen het risico de Europese NEC-richtlijn terug te overschrijden. De milieubeweging heeft steeds voor het eenzijdig inzetten op mestverwerking als antwoord op het Vlaamse mestoverschot gewaarschuwd. Mestverwerking kan een bijdrage leveren tot het probleem van de overbemesting, maar is allesbehalve een duurzame oplossing. Ze dreigt het ene milieuprobleem door het andere te vervangen.

De milieubeweging zal minister Crevits alvast herinneren aan haar engagement om het mestbeleid te evalueren na de publicatie van het voortgangsrapport. 

Landbouw