Met of zonder atol: energieopslag verdient een breder debat

Er komt geen energieatol voor de Belgische kust. Staatssecretaris voor Energie Bart Tommelein (Open Vld) komt terug op zijn eerdere steun voor een energie-eiland om overtollige elektriciteit op te slaan. BBL steunt deze beslissing. Het is immers nog niet duidelijk of een energieatol wel een efficiënte manier is om onze variabele hernieuwbare energie op te vangen. Als reactie lanceerde N-VA-parlementslid Andries Gryffroy het voorstel om de kaart te trekken van thuisbatterijen. Goed dat het debat over energieopslag (eindelijk) losbarst. Maar laten we niet vergeten dat opslag maar een deeltje van de flexibiliteitsoplossing is.

Eindelijk debat

Het elektriciteitssysteem is in volle verandering. Tot voor kort zetten we grote hoeveelheden constant beschikbare stroom uit kerncentrales en grote steenkoolcentrales op het net. Dat verandert nu we meer en meer hernieuwbare energie produceren. Zon en wind zorgen voor een variabele toevoer van elektriciteit. Om toch altijd energie te hebben, moeten we het hele elektriciteitssysteem herdenken.

Opslag van elektriciteit speelt daarin zeker een rol. We juichen de voorstellen van N-VA om thuisbatterijen én wijkbatterijen een plaats te geven in het distributienet dan ook toe. Niet alleen de regelgeving heeft een rol te spelen om deze batterijen interessanter maken. Ook een hervorming van de tarieven kan mensen met zonnepanelen stimuleren om hun vraag, al dan niet met behulp van batterijen, af te stemmen op hun productie. Maar: we mogen het bredere plaatje niet uit het oog verliezen.

Flexibiliteit is meer dan opslag alleen

Naast opslag zijn er nog heel wat andere manieren om met de variabiliteit van wind en zon om te gaan.

  • Bouw de inflexibele capaciteit af. De "problemen" met wind- en zonne-energie vandaag zijn vooral een gevolg van het conflict tussen twee soorten technologieën: inflexibele kern- en bruinkoolcentrales (basislast) en variabele hernieuwbare energie. Kerncentrales produceren altijd stroom: als er veel vraag naar elektriciteit is of weinig, als de wind waait of de zon schijnt. Dit leidt steeds meer tot overproductie. Het probleem is hierdoor dan ook eerder een probleem van ‘te veel’ dan van ‘te weinig’ elektriciteit. Het is dus in de eerste plaats essentieel om onze oude kernenergiecentrales te sluiten.  
  • Bouw een netwerk op Europees niveau uit. Bij de opslag van elektriciteit gaat er een deel van de oorspronkelijke productie verloren. Elektriciteit kunnen we dus best onmiddellijk gebruiken. Dat is mogelijk als we de nationale netwerken op Europees niveau sterker met elkaar verbinden: er is bij wijze van spreken wel altijd ergens wind in Europa. Europees verbonden netwerken kunnen die elektriciteit transporteren naar een plaats waar er vraag is.   
  • Stuur de elektriciteitsvraag in functie van het aanbod. De vraag naar stroom van huishoudens, industrie en kantoren, ziekenhuizen,... kan technisch beheerd worden. Zo kan bijvoorbeeld een diepvries extra koelen op een moment van stroomoverschot. Is er te weinig elektriciteit, dan kan de koeler even verder zonder stroomtoevoer. Deze optie is vandaag veel goedkoper dan opslag.

Opslag heeft zeker een plaats in een elektriciteitsnet van de toekomst. Maar het is belangrijk om het energiesysteem in zijn geheel te bekijken en op basis van een weloverwogen (milieu)kosten-batenanalyse keuzes te maken. Daarbij is het in elk geval duidelijk dat het geen zin heeft om massaal te investeren in opslag als we naast de variabele hernieuwbare energie oude mastodonten van kerncentrales openhouden. Dat is dweilen met de kraan open.