Mobiliteitsbudget zorgt voor verschuivingen in het woon-werkverkeer

Het aanbod van een mobiliteitsbudget met een brede waaier aan vervoersmogelijkheden in plaats van enkel de bedrijfswagen, laat het autogebruik tot 37 procent dalen tijdens de woon-werkverplaatsingen. Het aandeel van het openbaar vervoer en de fiets stijgt en de combinatie van verschillende vervoermiddelen wint duidelijk aan populariteit. Dat blijkt uit de resultaten van het project ‘Mobiliteitsbudget Werkt’. Het gaat om een initiatief van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits, samen met de Bond Beter Leefmilieu, Mobiel 21 en Voka Halle-Vilvoorde. Het project helpt ondernemingen om een mobiliteitsbudget op maat van hun werknemers te implementeren en te beheren binnen een bedrijfscontext. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits ziet potentieel in het project.

Het project Mobiliteitsbudget Werkt’ is een project van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits met Bond Beter Leefmilieu, Mobiel 21 en Voka Halle-Vilvoorde. Via het mobiliteitsbudget krijgt een werknemer als deel van zijn loonpakket een budget ter beschikking dat hij of zij vrij mag spenderen aan vervoersmodi in het kader van het woon-werkverkeer.

‘Mobiliteitsbudget Werkt’ zette proefprojecten op in 5 ondernemingen: Artoos (Kampenhout), Boss Paints (Waregem), KBC (Leuven), Kluwer (Mechelen) en Your Mover (Vilvoorde). Binnen elke onderneming kreeg een selectie van werknemers (55 personen in totaal) een mobiliteitsbudget om gedurende enkele maanden te spenderen aan een brede waaier aan vervoersmiddelen. Zo konden ze een pakket samenstellen dat kon bestaan uit een (bedrijfs)wagen, het openbaar vervoer (trein, bus en tram), een lease- of bedrijfsfiets.

Opvallende daling autogebruik

Het verplaatsingsgedrag van de proefpersonen veranderde duidelijk tijdens de duur van het project ‘Mobiliteitsproject Werkt’:

-      Door het aanbod van alternatieve vervoermiddelen daalt het aandeel autoverplaatsingen in het woon-werkverkeer met 37 procent (50% i.p.v. 80% autoverplaatsingen). Het aandeel van de fiets stijgt van 10% naar 22%, dat van de trein verdriedubbelt van 8% naar 24%.

-      De deelnemers maakten voor het woon-werkverkeer veel meer dan vroeger de keuze om vervoermiddelen te combineren. Tijdens het project legde 46% van de deelnemers een voor- en natraject af, ervoor was dat slechts 21,6%.

-      Voor dienstverplaatsingen blijft de auto nog steeds het meest populaire vervoermiddel.

-      Binnen de keuzemogelijkheden zijn de populairste vervoermiddelen/maatregelen: de fietsvergoeding, het busabonnement van De Lijn en de treinkaart van de NMBS.

Positiever beeld van duurzame vervoersmiddelen

Door het gebruik van diverse mobiliteitsalternatieven voor de bedrijfswagen kregen de deelnemers aan het proefproject in de bedrijven een positiever beeld van duurzame vervoersmiddelen. Daarnaast gingen de deelnemers bewust nadenken over mobiliteit, woon-werkverkeer en de verschillende verplaatsingsmogelijkheden. Verder blijkt dat het proefproject ook invloed heeft op het algemene mobiliteitsgedrag van de deelnemers.

Na het proefproject met het mobiliteitsbudget blijft 60 procent zich nog steeds volledig of gedeeltelijk anders te verplaatsen. De deelnemers ervaren het gebruik van het mobilititeitsbudget als milieuvriendelijk, kostenbesparend, stressbesparend en gezond. Het gebruik van de bedrijfswagen zien ze dan weer als flexibel, snel, gemakkelijk, betrouwbaar en comfortabel.

“Dit proefproject bewijst dat bedrijven niet moeten kiezen voor de bedrijfswagen om hun werknemers aantrekkelijk te belonen. Meer vervoersopties aanbieden is voordelig voor werkgever en werknemer én heeft ook nog positieve effecten op het klimaat, de files en gezondheid”, zegt Roel Vanderbeuren (Bond Beter Leefmilieu).

Jan Christiaens (Mobiel 21): “Wat in het oog springt is dat de deelnemers het na het proefproject minder aangenaam vinden om met de auto te rijden en alternatieven als de fiets en de trein aantrekkelijker vinden.”

Deze toepassing houdt rekening met de bestaande fiscale en sociaalrechtelijk regels,” zegt Freek De Witte van Voka. “We doen vanuit Voka ook aanbevelingen naar de overheid om die regels te vereenvoudigen. Dat kunnen kleine ingrepen zijn zoals het schrappen van RSZ-bijdragen op privékilometers met de bedrijfsfiets of grotere hervormingen zoals een apart fiscaal statuut voor het mobiliteitsbudget.”

Aanbevelingen

De onderzoekers komen tot de volgende aanbevelingen:

-      Binnen de huidige complexe fiscale wetgeving is het vandaag toch al mogelijk om met een systeem van mobiliteitsbudget te werken. Voorwaarde is dat de onderneming over een goede en klantvriendelijke beheerstool beschikt om het mobiliteitsbudget, ook op individueel niveau, goed op te volgen.

-      Fiscale en juridische hervormingen zijn raadzaam. Deze kunnen optimalisaties zijn binnen het huidige fiscale regime of meer doorgedreven hervormingen om te komen tot een eenvormig fiscaal/financieel tarief voor de toepassing van het mobiliteitsbudget.

-      Er moet – onder meer door een goede mobiliteitsscan en de inzet van een volwaardige beheerstool - een goed zicht zijn op wat het mobiliteitspakket (de aanbodzijde) precies kan inhouden voor het bedrijf en zijn werknemers en wat de implicaties zijn op vlak van de kosten en het loon.

-      Criteria voor een degelijk mobiliteitspakket, met onder meer een ééngemaakte tarief- en betaalstructuur. Onder meer moet er volgens de projectpartners werk worden gemaakt van een ééngemaakt vervoersbewijs voor het openbaar vervoer.

-      Het mobiliteitsbudget vergt een brede informatiecampagne naar HR-managers, directies en werknemers. Mobiliteitsmakelaars kunnen hierin een nuttige rol spelen.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits: “Het project ‘Mobiliteitsbudget Werkt’ leert dat er een potentieel is voor het mobiliteitsbudget en dat er ruimte is om de ‘vervoersknop’ bij werknemers om te draaien. Het concept van het mobiliteitsbudget doet de weggebruiker creatief omgaan met de vervoermiddelen die voorhanden zijn en leidt tot een bepaald mobilititeitsbewustzijn. Het autogebruik daalt opvallend, het openbaar vervoer en de fiets winnen aan populariteit wat goed is voor een duurzame werk- en leefomgeving. Het is belangrijk om toekomstgericht en met de vele partners te bekijken hoe er nog meer met flexibele op maat gemaakte mobiliteitsbudgetten kan worden gewerkt.”

De resultaten van het onderzoek worden vandaag in aanwezigheid van Vlaams minister Crevits voorgesteld op de slotconferentie van het project ‘Mobiliteitsbudget Werkt’ in het Vlaams Parlement.