Na het klimaatakkoord: tijd voor een p(a)rijsshift

Het is in het Vlaanderen van vandaag voordeliger om met de dieselwagen naar het werk te gaan, op stookolie te verwarmen of een biefstuk te eten dan om voor klimaatvriendelijke alternatieven te kiezen. Als de taxshift een antwoord was op onze hoge loonkosten, dan hebben we nu een antwoord nodig op onze lage vervuilkosten. Een ‘prijsshift’, die schone oplossingen voordeliger maakt dan de vervuilende standaardopties, kan de klimaatdoelen dichterbij brengen.

Meer dan de helft van de broeikasgasemissies stoten we uit bij activiteiten van elke dag zoals ons verplaatsen, het verwarmen van onze woning en eten. In Vlaanderen is daarbij telkens de milieuschadelijkste optie het voordeligst, ook omdat de overheid de verkeerde stimuli geeft. Een twintiger die in dienst treedt bij een bedrijf, krijgt een bedrijfswagen met een kaart om (bijna) gratis diesel te tanken. Wie op stookolie verwarmt, doet momenteel gouden zaken. En in de supermarkt kost een steak minder dan een bioburger, is koemelk goedkoper dan sojadrank.

Geen wonder dat de broeikasgassen amper afnemen

Geen wonder dat de vervuiling door broeikasgassen in die sectoren nauwelijks afneemt, ondanks het klimaatplan van de Vlaamse regering. De uitstoot van broeikasgassen was in 2013 exact 1% lager dan in 2005. Maar over 5 jaar moet ze wel al met 15,7% gedaald zijn, over 15 jaar met minstens 30%. En dat enkel om de klimaatdoelen te halen waarvan in Parijs is vastgesteld dat ze tekortschieten. Om het doel van het klimaatakkoord in Parijs te halen, de opwarming beperken tot 1,5 graden, zou de vervuiling nog eens dubbel zo snel moeten afnemen.

Dat kan enkel als de meerderheid van de Vlamingen voor duurzame oplossingen kiest. Wat pas zal gebeuren als die oplossingen aantrekkelijk, overal beschikbaar en vooral betaalbaar zijn. Een prijsshift kan de schone oplossingen goedkoper maken en de vervuilende standaardopties duurder.

Om die juiste opties goedkoper te maken, moeten we vooral rekenen op onderzoek, innovatie en marktcreatie. Denk aan de vele wetenschappers die onderzoek doen naar nieuwe batterijen, plantaardig vlees of schone verwarmingstechnieken. Of aan de ondernemers die door schaalvergroting de kosten drukken. Met de regelmaat van de klok kondigen zich doorbraken aan. Zo zal de Gigafactory van Elon Musk volgend jaar de kosten van batterijen voor energieopslag of voertuigen in een klap met  30% reduceren.

Geen 10 miljard meer voor de Poetins en Al-Saoeds

Maar de extreem lage olieprijs is een stevige waarschuwing. Vervuilen wordt nog sneller goedkoper dan de schone alternatieven. Burgerbewegingen en de overheid kunnen die evolutie keren. Nieuwe exploratie en ontginning van fossiele brandstoffen moeten we afremmen, ook met een desinvesteringscampagne die spaargeld weghaalt van de fossiele industrie. Net zo zijn grootschalige investeringen in de infrastructuur van het verleden financieel dubieus. De nieuwe oliekraker van Exxon in de Antwerpse haven is een miljardeninvestering die nu al achterhaald is. 

Bedrijfswagens en vlees zijn kunstmatig goedkoop door overheidssteun. Onze overheden moeten die (fiscale) stimuli heroriënteren. Met een stevige koolstoftaks ten slotte moeten ze de unieke opportuniteit om de economie te versterken, aangrijpen. Want enkel door olie en gas wat duurder te maken, hebben de schone oplossingen een kans. Het geld van de koolstoftaks kunnen we gebruiken om andere belastingen te verlagen. Zo blijft de meer dan 10 miljard euro die we nu jaarlijks aan de Poetins en Al-Saoeds van deze wereld geven voor de levering van olie en gas, in onze economie. 

Mathias Bienstman

Klimaatbeleid