Uit een opiniepeiling door TNS NIPO onder meer dan 3.000 bewoners uit de Nederlandse provincies Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel, blijkt een ruim draagvlak te bestaan voor een overheid die de veehouderij naar duurzaamheid stuurt. In deze provincies schoten de megastallen als paddestoelen uit de grond. In België gebeurde er nog geen peiling naar de mening van de Vlaming over de alsmaar groeiende veestapel en de problematiek van megastallen.
De Nederlandse milieuvereniging Milieudefensie bestelde de opiniepeiling als input voor de debatten die ze organiseert rond de intensieve veehouderij in het kader van de Provinciale Statenverkiezingen. Maar liefst vier op tien ondervraagden ziet veehouderij in het algemeen en megastallen in het bijzonder, als een negatief verschijnsel. Bewoners maken zich zorgen over ziekteuitbraak, antibioticaresistentie, stank en dierenwelzijn. Twee op drie bewoners vindt de aantasting van het milieu een probleem.
De vier ondervraagde provincies huisvesten zo’n driekwart van de Nederlandse veestapel. Steeds meer dieren zitten in megastallen op elkaar. Maar liefst 73 miljoen kippen, 11,2 miljoen varkens en 2,4 miljoen koeien zorgen voor een grote impact op het milieu en veroorzaken overlast voor omwonenden.
Hugo Hooijer, woordvoerder Voedsel bij Milieudefensie, licht de resultaten van de peiling toe: “Het is logisch dat plattelandbewoners wensen dat de overheid ingrijpt . Zij kampen al jaren met de problemen die de veehouderij met zich meebrengt en maken zich zorgen over hun gezondheid. Ieder jaar worden mensen ziek door resistente bacteriën en de Q-koorts eist ook nog steeds slachtoffers. Alleen door een kleinere veestapel kan de leefbaarheid van het platteland worden verbeterd. In plaats van de veestapel steeds verder te laten groeien, moet de overheid sturen op een kleinere en gezonde veehouderij, waar boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun product."