Niet-duurzame biobrandstoffen ten dode opgeschreven?

De Europese Commissie zou eindelijk op het punt staan de knoop door te hakken over het lot van biobrandstoffen in de transportsector, zo bericht het persagentschap Reuters. Uit een intern document blijkt dat de Commissie niet verder wil inzetten op de groei van agrobrandstoffen die nauwelijks broeikasgassen reduceren. Ze zou in de plaats daarvan meer biobrandstoffen van volgende generaties willen, bijvoorbeeld uit reststromen of algen. Het klimaatvoordeel daarvan is minder omstreden.

Als deel van het klimaat- en energiepakket besliste de Europese Unie (EU) in 2009 om tegen 2020 10% van de gebruikte energie in transport uit hernieuwbare bronnen te voorzien. Het gebruik van brandstoffen op basis van landbouwproducten zoals koolzaad of palmolie draagt vooralsnog het meest bij tot die doelstelling.

Maar dergelijke agrobrandstoffen zijn van het begin af aan omstreden. Ze leggen beslag op schaarse grond. Zo verdringen ze voedselproductie of natuurlijke ecosystemen. De Europese Commissie lijkt om die reden een koerswijziging in te zetten. Mogelijk is de mislukte maïsoogst in de VS de nieuwe eye-opener. Omdat 40% van de maïs in de Verenigde Staten gebruikt moet worden voor de aanmaak van biobrandstoffen verhogen ze de opwaartse prijsdruk op het belangrijke voeder- en voedingsgewas. Ook in Europa worden biobrandstoffen royaal ondersteund met bijmengquota, accijnsverlagingen en subsidies. De Commissie wil de brandstoffen na 2020 geen subsidies meer geven, tenzij ze een aanzienlijk klimaatvoordeel hebben.

Ook komen er factoren voor granen, oliezaden en suikers die kwantificeren in hoeverre ze indirecte wijzigingen in landgebruik (Indirect Land Use Change of ILUC) veroorzaken. Door van landbouwgewassen brandstoffen te maken, moet er immers elders  nieuw land in gebruik genomen worden om de verloren voedselproductie te compenseren. Dat gebeurt vaak door kwetsbare ecosystemen zoals regenwouden of venen, die heel wat broeikasgassen vast houden, om te zetten in landbouwgrond.

Het gebruik van biobrandstoffen leidt zo paradoxaal genoeg tot meer broeikasgassen in de atmosfeer. Die ILUC-factoren zullen ertoe leiden dat de biodiesel uit koolzaad, soja en palmolie, die een erg negatieve klimaatimpact heeft, op termijn toegang tot de Europese markt verliest. Bio-ethanol uit suikers en granen zou in vergelijking een meer positieve ILUC score krijgen.

Ook zou de Commissie aansturen op een stabilisering van de productie van biobrandstoffen uit gewassen op 5% van de energievraag in de transportsector. In plaats daarvan zou ze biobrandstoffen van de volgende generaties meer willen ondersteunen. Zulke brandstoffen worden gemaakt uit bijvoorbeeld reststromen of algen. Ze concurreren om die reden minder met andere toepassingen op de schaarse landbouwgrond.

Nusa Urbancic van Transport and Environment (T&E)  reageerde gematigd positief op de voorstellen: “Het goede nieuws is dat het voorstel, als het aangenomen wordt, de verdere uitbreiding van bestaande, niet-duurzame biobrandstoffen zou stoppen. Dat is een belangrijke stap. Maar het slechte nieuws is, dat het niet ingrijpt op de huidige productievolumes van die biobrandstoffen.”

Biomassa & biobrandstoffen