Nieuwe mestdecreet werpt vruchten af

Tijdens het meetjaar 2008-2009 vertoonde 27% van de meetpunten van het M est Actie Plan (MAP) een overschrijding van de nitraatnorm. Dat is een opvallende verbetering tegenover de voorgaande jaren. In 2007-2008 was dat nog 37%, en de jaren daarvoor schommelde het percentage rond de 42. Het nieuwe m estdecreet, dat in werking is sinds 2007, lijkt daarmee zijn vruchten af te werpen. De vraag blijft of deze gunstige trend kan aangehouden worden tot een werkelijk goede waterkwaliteit bereikt is, of dat met de maatregelen uit het nieuwe decreet hiermee de maximaal mogelijke verbetering bereikt is. Want ondanks de verbeteringen, blijft de oppervlaktewaterkwaliteit ondermaats. Om de doelstellingen uit het m estdecreet en de Europese richtlijnen te bereiken, zijn er nog forse verbeteringen nodig.

De verschillen tussen de provincies zetten zich voort. Niettegenstaande de verbeteringen, worden er in West-Vlaanderen nog steeds de meeste overschrijdingen opgemeten. Oost-Vlaanderen is, na een spectaculaire daling vorig jaar, de enige provincie waarin het percentage overschrijdende meetpunten is toegenomen ten opzichte van vorig jaar.

Het MAP-meetnet oppervlaktewater is een net van circa 800 meetplaatsen in Vlaanderen die minstens maandelijks worden bemonsterd om de nitraatconcentratie te bepalen. De meetpunten zijn zo gekozen dat ze hoofdzakelijk onder invloed staan van landbouwactiviteiten. Op die manier kan de impact van de landbouw op de nitraatvervuiling worden opgevolgd. Dat is belangrijk aangezien landbouw de voornaamste bron van nitraatvervuiling is.

Landbouw