Nieuwe weginfrastructuur is keistof

Het vele autoverkeer in ons land zorgt voor teveel fijn stof in de lucht, teveel smog in de winter, te hoge ozonpieken in de zomer en ook nog eens voor teveel lawaai. Elke Vlaming verliest één gezond levensjaar door die luchtvervuiling en dat kost de samenleving handen vol geld. Er zijn heel wat onderzoeken die aantonen dat het aanleggen van nieuwe wegen of het verbreden van bestaande wegen vooral meer verkeer en meer uitstoot opleveren, zonder dat het fileprobleem fundamenteel wordt opgelost. De aanleg van extra rijstroken of spitsstroken brengt wellicht enige verlichting op korte termijn, maar op langere termijn zorgen dergelijke ingrepen vooral voor extra kilometers. Zo blijkt uit het milieueffectenrapport voor de Brusselse ring dat het aanleggen van parallelwegen in de ochtendspits zorgt voor 60.000 extra autokilometers. In de avondspits worden zelfs 80.000 autokilometers meer afgelegd. 

De overtuiging van de overheid blijft echter dat (ook toenemend) verkeer vooral vlotter moet doorstromen. Het verminderen van het autoverkeer is geen doelstelling. Daarom kondigde minister-president Kris Peeters in het Vlaams parlement recent aan dat de regering nog voor de verkiezingen daadkrachtige beslissingen zal nemen over de noodzakelijke nieuwe wegen. De Brusselse ring moet worden verbreed, de Oosterweelverbinding moet worden aangelegd, er komen spitsstroken en er worden nieuwe missing-links aangelegd, zoals de Noord-Zuid in de Kempen, de N42 in Oost-Vlaanderen, de N60 rond Ronse, de Noord-Zuid in Limburg,…. 

De partij Groen vindt de plannen voor de Brusselse ring alvast keistof. Tijdens deze campagne vinden tal van activiteiten plaats waarbij de vele mogelijke alternatieven voor het verkeersprobleem rond Brussel in de verf worden gezet. 

Luchtkwaliteit