Nitraatresidu sterk gestegen in 2009

Het gemiddelde nitraatresidu in de Vlaamse landbouwgronden is vorig jaar – na twee jaar daling -  terug gestegen. Dat blijkt uit het nitraatresidurapport 2010 dat de Mestbank zopas bekend maakte. In 2007 trad het nieuwe mestdecreet in voege. Sindsdien waren de resultaten, zowel inzake nitraatresidu als inzake waterkwaliteit bemoedigend. Maar na nauwelijks twee jaar lijkt het gunstige effect van het nieuwe mestdecreet al uitgewerkt. Het gemiddelde nitraatresidu in 2009 was 90 kg NO3--N/ha, terwijl dat in 2007 en 2008 nog respectievelijk 71 en 75 kg NO3--N/ha bedroeg.

De stijging van het gemiddelde nitraatresidu kan, zoals door de Mestbank aangehaald, ten dele verklaard worden door de droogte in augustus en september 2009. Hierdoor hebben de gewassen tijdens die laatste maanden weinig of geen stikstof meer kunnen opnemen uit de bodem en is er meer stikstof uit de laatste bemestingsronde achtergebleven in de bodem, met een hoog nitraatresidu tot gevolg.  

Maar dat is slechts een gedeeltelijke verklaring. Bij de landbouwers die een 'beheersovereenkomst (BO) verminderde bemesting' hadden afgesloten met de Vlaamse Landmaatschappij, werden immers geen verhoogde nitraatresidu’s opgemeten. Integendeel, daar lag het gemiddelde nitraatresidu op 47 kg NO3--N/ha, lager nog dan in de twee voorgaande jaren! Toen was het gemiddelde respectievelijk 50 en 48 kg NO3--N/ha.  Aangezien het hoogst onwaarschijnlijk is dat zich precies boven deze percelen andere weersomstandigheden voordeden, moet de verklaring elders worden gezocht. De landbouwers met BO krijgen een vergoeding voor het beperken van hun dierlijke mestgebruik. Tenminste, ze krijgen die vergoeding als hun nitraatresidu lager ligt dan 86 kg NO3--N/ha. Om die vergoeding niet te mislopen, hebben de landbouwers hun bemestingsgedrag klaarblijkelijk aangepast aan de specifieke weersomstandigheden van de zomer van 2009. Omdat de gewassen de stikstof uit de mest toch niet zouden kunnen opnemen en die stikstof in de bodem zou blijven zitten, hebben ze hun gronden niet meer bemest. Een goede landbouwpraktijk, met andere woorden.

Landbouwers zonder BO hebben deze logica blijkbaar niet gevolgd. Hoewel landbouwkundig niet noodzakelijk, hebben zij op het einde van het groeiseizoen nog wel dierlijke mest uitgereden. Men moest het overschot aan dierlijke mest kwijt, en de schrik voor een boete wegens een te hoog nitraatresidu woog daar blijkbaar niet tegenop. Dat is ook niet te verwonderen, gezien de boetes zowel in 2007 als in 2008 zijn kwijtgescholden. Bovendien zijn de strafmaten voor 2009 ook nog niet vastgelegd. In een dergelijk klimaat van straffeloosheid blijkt het Vlaamse mestoverschot nog steeds een serieuze bedreiging voor de waterkwaliteit.

Landbouw