Ontwerp omzendbrief detailhandel stelt teleur

Vorige zomer keurde de Vlaamse regering de startnota ‘Winkelen in Vlaanderen’ goed. De regering kiest met deze nota duidelijk voor het winkelen in stads- en dorpscentra en het tegengaan van nieuwe baanwinkels en winkellinten langs invalswegen. De startnota pleit voor  een goed evenwicht tussen kernversterking en het vermijden van verdere lintbebouwing enerzijds, en het aanbieden van goed gekozen locaties voor ruimtebehoevende detailhandel anderzijds. Daartoe werd in de startnota een omzendbrief aangekondigd, met een afwegingskader voor stedenbouwkundige aanvragen.

Vorige week ontvingen enkele adviesraden het ontwerp van de omzendbrief. Dit ontwerp stelt echter zwaar teleur. In tegenstelling met de ambitieuze en concrete doelstellingen uit de startnota, blijft de omzendbrief zeer vaag en algemeen. Er worden enkel drie algemene invalshoeken naar voor geschoven – met name het winkeltype, de verschijningsvorm en de locatiekenmerken - die de lokale overheid moet beoordelen bij een aanvraag voor een winkelvestiging. Maar hoe die invalshoeken dan juist moeten beoordeeld worden, laat de omzendbrief volledig open. De omzendbrief bevat bijna geen gebods- of verbodsbepalingen. De enige uitsluitingsgrond die wordt aangehaald, is de ligging in een kwetsbaar gebied, zoals een habitatrichtlijngebied of een beschermd landschap. Maar ook zonder deze omzendbrief was het inplanten van een winkel in dergelijk gebied al verboden. Vanuit BBL zullen we er dan ook voor ijveren om de ontwerp omzendbrief aan te scherpen met concrete handvaten om baanwinkels tegen te gaan en kernversterking te stimuleren.

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen