OVAM bevestigt: geen bijkomende afvalverbrandingscapaciteit nodig

Vorige week dinsdag vond in de commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement een hoorzitting plaats over de capaciteit van afvalverbranding in Vlaanderen. De OVAM leidde de hoorzitting in met de resultaten van de herziening van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen (UMBHA). Vervolgens gaven de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM) en Bond Beter Leefmilieu (BBL) hun visie. Als sluitstuk presenteerde Dexia Research een overzicht van de financiële to estand van de Vlaamse intercommunales.

BBL pleit al maanden voor een dergelijke herziening van het Uitvoeringsplan. Het huidige plan gaat er namelijk vanuit dat er een tekort van bijna 300.000 ton per jaar aan afvalverbrandingscapaciteit bestaat. Deze conclusie van het Uitvoeringslan was dan ook de motor voor de vele projecten voor bijkomende afvalverbrandingsinstallaties die over gans Vlaanderen als paddenstoelen uit de grond rezen. Tegelijkertijd vermoedde BBL dat er geen afvaloven tekort, maar eerder een afvaloven overschot is in Vlaanderen. De herziening van het Uitvoeringsplan diende hier dan ook duidelijkheid in te brengen. De OVAM kwam tot de conclusie dat er inderdaad een overcapaciteit is: de afvalverbrandingscapaciteit is zo’n 120.000 ton groter dan het afvalaanbod. Dit betekent dat er in Vlaanderen momenteel ongeveer een middelgrote afvaloven op overschot is. Vanuit het perspectief van een investeerder: er is momenteel een afvaltekort… Tenzij bestaande ovens worden gesloten, heeft het dus geen zin, economisch noch ecologisch, bijkomende afvalovens te bouwen.

 

Om deze evaluatieresultaten te vertalen naar beleidsaanbevelingen, heeft minister Schauvliege een rondetafel opgezet. Deze rondetafel zal de komende maanden advies geven over hoe het nu verder moet met capaciteitsplanning voor afvalverbranding in Vlaanderen.

Verbrandingsovens