Raad van State verwerpt klachten project Gent Sint-Pieters nu ook ten gronde

Eind december ontving Bond Beter Leefmilieu het arrest ten gronde van de Raad van State over het project Gent Sint-Pieters. Dat project omvat, naast een volledig vernieuwd station en kantoren, ook de bouw van een mega-pendelparking (de grootste van de Benelux) en een nieuwe ontsluitingsweg naar het station. Omdat uit het milieurapport blijkt dat door deze twee ingrepen de normen voor fijn stof en stikstof blijvend zullen overschreden worden, vroegen milieuverenigingen en omwonenden aan de Raad van State om het ruimtelijk uitvoeringsplan en de bouwvergunning hiervoor in te trekken.
 

Nadat de Raad van State twee jaar geleden al het kortgeding verwierp, oordeelt de Raad nu ook in haar arrest ten gronde dat de Europese grenswaarden voor fijn stof en stikstof niet bindend zijn bij de goedkeuring van stedenbouwkundige plannen. Noch de Vlaamse wetgeving, noch de Europese richtlijn voorzien in een verbod voor het vaststellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan, indien dat plan aanleiding geeft tot het overschrijden van de grenswaarden. De wetgeving voorziet enkel dat de overheid bij overschrijdingen een actieplan moet opmaken en daarin de nodige maatregelen moet voorzien om aan de grenswaarden te voldoen, aldus de Raad.

Met deze uitspraak verliezen we als milieubeweging een belangrijk wapen in de strijd tegen luchtvervuiling. Maar het feit blijft dat de Europese normen voor fijn stof hoe dan ook moeten worden nageleefd, wat vandaag in de Gentse stationsbuurt helemaal niet het geval is. Er werd ondertussen wel een Vlaams en een Gents actieplan voor een betere luchtkwaliteit goedgekeurd. Maar de maatregelen uit deze actieplannen zullen slechts een beperkt effect hebben op de luchtkwaliteit in de stationsbuurt. Het staat nu al vast dat de normen voor fijn stof en stikstof bij de volgende smogperiode zullen overschreden worden in de wijken rond het station.

Met welke maatregelen uit het Vlaamse of Gentse actieplan de luchtkwaliteit in de stationsbuurt zal verbeteren, blijft onduidelijk. Deze actieplannen bevatten immers vooral technische en stimulerende maatregelen, zoals premies voor roetfilters, snelheidsbeperkingen in smogperiodes, het verbeteren van het wagenpark van de stad, aandringen op meer propere bussen bij de Lijn of subsidies voor groene taxi’s. De plannen bevatten echter geen volumemaatregelen om het totaal aantal wagens of het aandeel dieselwagens daarin te bepreken. Nochtans blijkt uit het milieueffectenrapport dat vooral de grote toevloed aan extra autoverkeer in de stationsbuurt – met daarbij een hoog aandeel dieselwagens - voor een blijvende overschrijding van de normen zal zorgen. Maatregelen die wel een echte impact kunnen hebben, zijn bijvoorbeeld het verbieden van dieselwagens zonder roetfilter in de parkeergarage of het voorbehouden van een deel van de parking voor fietsen. Er is nu immers een groot gebrek aan fietsstallingen rond het station. Maar dit soort meer doortastende volumemaatregelen is in geen van beide plannen terug te vinden. Het staat daarom nu al vast dat bij de volgende smogperiode - als we door gebrek aan wind en door temperatuursinversie in onze eigen vervuiling blijven zitten - de luchtkwaliteitsnormen in de stationsbuurt zullen overschreden worden. En dat zal er in de toekomst, eens de nieuwe parking op volle capaciteit draait, niet op verbeteren. De bewoners van de stationsbuurt zullen dus nog een hele tijd vervuilde omgevingslucht moeten inademen…

 

Luchtkwaliteit