Rare jongens, die werkgevers

Wereldvreemd, irrealistisch, utopisch of ronduit gevaarlijk. Waar is de tijd dat de milieubeweging die vleiende etiketten kreeg opgekleefd? Als we de berichtgeving in de zakenkrant De Tijd mogen geloven is die omschrijving toepasbaar op de verkiezingsmemoranda van werkgeversorganisaties Voka en UNIZO. “De voorstellen van de werkgeversorganisaties zijn irrealistisch en zelfs een beetje wereldvreemd”, stelt de econoom Gert Peersman. Fiscaal hoogleraar Michel Maus spreekt over een “utopisch verhaal”.

Nu moeten we bekennen dat sommige voorstellen ook ons economisch inzicht te boven gaan. Zo zei UNIZO-topman Karel Van Eetvelt eerder in De Tijd: “We zullen een koopkrachtdaling moeten organiseren.” De kmo-organisatie wil een lastenverlaging van 7 miljard euro financieren door de lonen en uitkeringen te bevriezen. Dat lijkt op het eerste zicht een interessante zaak voor ondernemingen die van de export leven. Niet meteen voor de doorsnee zelfstandige die het van de binnenlandse vraag moet hebben.

Voka pleit op zijn beurt voor een loonlastenverlaging van 8,9 miljard, een verlaging van de personenbelasting van 2,4 miljard én besparingen van 10 miljard euro bij de overheid en de sociale zekerheid. De werkgeversorganisatie wil de miljarden onder meer vinden in de zorg, het onderwijs of de pensioenen. De voorstellen zijn niet altijd even concreet geformuleerd: zo wil Voka “de kinderbijslag en ouderenzorg marktgericht en effectiever maken” of “de uitgavenstijging voor pensioenen en inactiviteit temperen”.  Snoeien om te groeien is een beproefd recept. Over het algemeen leiden besparingen niet onmiddellijk tot economische groei. In het beste geval doen ze dat na verloop van tijd. Maar Voka ziet het anders: het ankerpunt van zijn besparingsvoorstellen is 2% economische groei bereiken.  Het spreekt voor zich dat we daarvoor ook nieuwe wegen nodig hebben en “milieunormen die niet verder gaan dan de reeds ambitieuze Europese verplichtingen.”

In De Tijd wezen Maus en Peersman al op de pijnpunten van deze voorstellen. Maus: “zoals Voka 21 miljard euro wegknippen kun je niet doen zonder de verzorgingsstaat af te bouwen. Ik denk niet dat veel mensen daarop zitten te wachten.” Peersman benadrukt dat het door de vergrijzing niet evident is om de overheidsuitgaven te bevriezen. “De verwachting is dat de uitgaven voor de pensioenen en de gezondheidszorg fors zullen stijgen”.

Nog boeiender wordt het als de economen zich achter de voorstellen van de milieubeweging scharen. Eerder dan één grote besparingsronde, pleiten ze voor een lastenverschuiving. Econoom Koen Schoors noemt het bijvoorbeeld “bijzonder ergerlijk dat de werkgevers zwijgen als vermoord over een lastenverschuiving naar consumptie, milieu en vermogen.”

Mochten de werkgevers zich alsnog bedenken, kunnen ze te rade in de fiscale fiches van de milieubeweging. Ze bevatten zelfs ideeën voor nóg meer besparingen. Niet in vage formuleringen, maar heel concreet uitgewerkt. Zo pleiten we voor de afbouw van het fiscaal gunstregime voor bedrijfswagens, het stelsel van de professionele diesel, de steun aan regionale luchthavens of het accijnsvoordeel voor biobrandstoffen. We stellen ook een lastenverschuiving voor richting milieuschadelijke producten en gedrag, zoals luchtvervoer, wegvervoer en energieverspillend vastgoed.

Maar we laten het niet bij een lastenverschuiving. Eind maart lanceren we ook een écht investeringsprogramma. Eentje dat verder gaat dan de 150 miljoen in nieuw beton en 150 miljoen in innovatie, zoals Voka voorstelt.

Klimaatbeleid