Regio’s krijgen boete als gebouwen op hun grondgebied te veel CO2 uitstoten

Als de regio’s in de toekomst meer CO2 besparen in de gebouwen op hun grondgebied dan een vooropgesteld traject, dan krijgen ze een bonus. Presteren ze slecht, dan moeten ze een boete betalen. Dat is in een notendop de groene insteek in het akkoord over de nieuwe financieringswet. Een aantal belangrijke details, zoals het vooropgestelde emissiereductietraject, moeten de onderhandelaars nog uitwerken.

Hoewel er heel wat CO2 bespaard kan worden in gebouwen, krijgt die uitdaging maar langzaam aan voldoende aandacht en middelen vanuit het beleid. McKinsey wees er in 2009 al op dat het Belgische energieverbruik per vierkante meter in residentiële gebouwen meer dan 70 procent hoger ligt dan het gemiddelde in de EU. Een ton CO2-uitstoot valt erg goedkoop te reduceren. Het energieverbruik kan verminderen aan een lage kostprijs of zelfs met winst, hoewel er allerlei barrières zijn zoals de eigenaar-huurder problematiek.

Om het nieuwe mechanisme uit de financieringswet te operationaliseren zou een “meerjarig voortschrijdend gemiddelde” van de CO2-uitstoot van alle gebouwen in een bepaalde regio berekend worden. Invloeden die het beleid niet in de hand heeft, zoals een extreem koude winter corrigeren dat gemiddelde. De regio die de goede instrumenten ontwikkelt, aanhoudend inzet op energiebesparing en zo beter presteert dan het vooropgezette doel, zou er extra middelen bij krijgen. Die moeten ze ook gebruiken voor klimaatbeleid. Omgekeerd, als een gewest het niet goed doet, draait ze op voor een malus die naar het federaal klimaatbeleid gaat.

De concrete reductietrajecten moeten nog vastgelegd worden in de schoot van de nationale klimaatcommissie. Er circuleren verschillende cijfers maar als België in lijn willen komen met de aanbevelingen van klimaatwetenschappers dan wordt de CO2 uitstoot van de gebouwen best met 3,65% per jaar gereduceerd. Een beleid dat zich daar op richt zou ook de energiefactuur van de bewoners en gebruikers aanzienlijk laten dalen en de kwetsbaarheid van onze economie voor prijsschokken in de oliemarkt verminderen.

Luchtkwaliteit Desinvestering uit fossiele energie