SMOG-alarm: structurele maatregelen nodig

Door de lage windsnelheden en warme luchtlagen blijven we deze dagen letterlijk in onze eigen vuiligheid zitten. De luchtvervuiling die anders wegwaait blijft nu hangen op lage hoogte, waardoor ongezond hoge fijn stof-concentraties worden gemeten in de buitenlucht. Daarom kondigde de Vlaamse en Brusselse overheid opnieuw een smogalarm af. Op snel- en ringwegen mag nog maximum 90 km/h gereden worden. Die maatregel heeft vooral effect voor mensen die dicht bij een autosnelweg of ringweg wonen. In Vlaanderen gaat het al snel om 300.000 mensen, die door de smogmaatregelen tot 20% minder schadelijk dieselroet inademen. Dieselroet is kankerverwekkend en zorgt voor een verhoogde kans op hartaanvallen. Een goede maatregel dus, maar wel enkel met een tijdelijk effect. Structurele maatregelen, die zorgen voor een permanente verbetering van de luchtkwaliteit, dringen zich op.

Ten gronde zorgt de tijdelijke snelheidsverlaging niet voor een betere luchtkwaliteit in Vlaanderen. Daarom zijn structurele maatregelen nodig, die de vervuiling aan de bron aanpakken en zorgen voor minder autoverkeer, minder vervuilend autoverkeer en betere alternatieven. 

We sommen hieronder enkele mogelijke maatregelen op: 

  • het omvormen van het systeem van de salariswagen naar een mobiliteitsbudget. Het aandeel van bedrijfswagens tijdens de spits op onze wegen is immens groot (tot wel 50%), bovendien werken bedrijfswagens de verdieseling van het wagenpark verder in de hand. Het systeem van bedrijfswagens kan best vervangen worden door een mobiliteitsbudget. Werknemers krijgen dan in plaats van een bedrijfswagen, een budget om te kiezen uit een reeks van duurzame vervoersmogelijkheden om zich naar het werk te begeven. Uit een proefproject van onder meer Bond Beter Leefmilieu bleek dat een mobiliteitsbudget het autogebruik met 37 procent deed dalen tijdens de woon-werkverplaatsingen. 
  • een kilometerheffing voor zowel vrachtverkeer als personenwagens. Een kilometerheffing zorgt er voor dat minder met de auto wordt gereden, met minder vervuilende wagens, en minder in de spitsuren. Uit modelonderzoeken blijkt dat een kilometerheffing zorgt voor een afname van het aantal autokilometers met 7-15%. Er bestaat een politiek akkoord tussen de gewesten om in 2016 een kilometerheffing voor vrachtwagens in te voeren. In een tweede fase moet ook een kilometerheffing ingevoerd worden voor personenwagens. 
  • ook een stadstol zorgt voor minder autoverplaatsingen. De maatregel zorgde in Stockholm voor een pak minder files en een gezondere luchtkwaliteit. Vijf jaar na de invoering daalde het verkeer met 20% en verminderden de filetijden met 30% tot 50%. Verder werden er 10% tot 14% minder schadelijke uitlaatgassen gemeten in de binnenstad. Nochtans liggen de tarieven niet hoog.  
  • de taksen op diesel en benzine gelijk trekken. Een dieselwagen stoot tot drie keer meer fijn stof uit dan een benzinewagen. Het aandeel dieselwagens is sinds de jaren negentig nagenoeg verdrievoudigd, nu is meer dan 60% van het Belgische wagenpark een dieselwagen. Dit komt onder meer doordat diesel goedkoper is dan benzine, omwille van lagere accijnzen. 
  • het permanent verlagen van de snelheid zorgt eveneens voor minder luchtvervuiling en bovendien ook voor minder ongevallen. Zo’n permanente verlaging kan in de eerste plaats toegepast worden op snelwegen en ringwegen door of langs steden, omdat daar de gezondheidsschade het grootst is. Maar ook het debat over een algemene snelheidsverlaging moet worden geopend. Uit een onderzoek van Transport and Mobility Leuven (TML) in opdracht van BBL, blijkt dat een permanente snelheidsverlaging tot 100 km/h op alle snelwegen, zorgt voor een daling van de fijn stof uitstoot met 33%. 
  • de uitbreiding van het openbaar vervoer. Zolang er geen concurrentieel alternatief voor het autoverkeer bestaat, zullen heel wat automobilisten niet willen of kunnen overschakelen. Vooral het voorstedelijk openbaar vervoer biedt grote kansen, omdat hiermee de grootste massa aan gebruikers kan worden bereikt. Het openbaar vervoer heeft bovendien een belangrijke voorbeeldfunctie en moet daarom verder vergroenen, door meer trolleybussen of bussen op waterstof in te zetten. Of door druk gebruikte buslijnen te vertrammen. 
  • het instellen van een milieuzone of lage emissiezone (LEZ) in de stadskern. De ‘vuile’ voertuigen worden uit deze zones geweerd of zwaar belast, waardoor de luchtkwaliteit in de stadscentra zal verbeteren. Automobilisten zullen sneller nadenken over alternatieve en duurzamere vervoerswijzen. Er zijn reeds meer dan 200 steden in Europa met een milieuzone. In België wachten we nog steeds op het wettelijk kader. 
  • Op knelpuntlocaties waar mensen vlak bij drukke wegen wonen of naar school gaan, zullen bovenstaande maatregelen nog te weinig resultaat opleveren. Hier moet nagedacht worden over maatregelen zoals het overkappen of intunnelen van wegen. Naar analogie met Nederland kan er ook gewerkt worden aan wetgeving die het onmogelijk maakt om nieuwe scholen, crèches of bejaardentehuizen te bouwen vlak naast drukke autosnelwegen. Kinderen en bejaarden zijn immers extra kwetsbaar voor luchtvervuiling door fijn stof. 
  • Geen nieuwe autowegen aanleggen of shoppingcentra bouwen langs drukke invalswegen of ringwegen. Dit werkt de groei van het autoverkeer verder in de hand en zorgt op termijn voor nog meer luchtvervuiling in Vlaanderen. 
  • Een volwaardig ruimtelijke ordeningsbeleid: onze ruimtelijke ordening, of beter het gebrek daaraan, speelt een belangrijke rol in de groei van het autoverkeer. Omdat we zo versnipperd wonen en werken zijn veel mensen volledig afhankelijk van de auto om op het werk te geraken, kinderen naar school te brengen of naar de winkel te gaan. Een betere ruimtelijke ordening die inzet op wonen in stads- en dorpscentra die vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, is een eerste en meest structurele vereiste om de auto-afhankelijkheid te kunnen verminderen. 

Tot slot nog dit. Eén wondermaatregel bestaat niet. Op zichzelf zal geen enkele van deze maatregelen kunnen zorgen voor een voldoende goede luchtkwaliteit. Het beleid zal moeten inzetten op een goede combinatie van een hele reeks maatregelen. Dat vraagt om een goed onderbouwde, planmatige en langdurig volgehouden aanpak. Eenvoudig is dat niet. En politiek is raken aan autoverkeer allesbehalve populair. Maar als we in Vlaanderen echt willen dat de lucht die we elke dag inademen gezond is, bestaat er geen andere weg. 

Luchtkwaliteit