Foto Malcolm Lightbody

Steeds meer voorstanders voor koolstofdividend in EU. Waar blijft België?

Foto Malcolm Lightbody

Het Franse Conseil d’Analyse Économique (CEA) en het Duitse Council of Economic Experts (GCEE) lanceren een sterk gezamenlijk pleidooi voor een koolstofheffing. Dat valt niet in dovemansoren: kersvers Commissievoorzitter Ursula von der Leyen belooft de Europarlementsleden alvast om een prijs te plakken op de uitstoot van CO2 en een grensheffing in te voeren voor producten van buiten de EU. Hoog tijd om ook in België de draad weer op te pikken: tijd voor een koolstofdividend dat zowel sociaal herverdelend werkt als klimaatinvesteringen triggert.

Boodschap uit onverdachte hoek 

CEA is een onafhankelijke academische economische adviesraad die rapporteert aan de Franse eerste minister. GCEE is een vergelijkbare raad die in Duitsland macro-economische aanbevelingen doet voor de overheid. De academici stellen dat een prijs op CO2-uitstoot een sine qua non is om de uitstoot van broeikasgassen tegen een aanvaardbare prijs te doen zakken. In het ideale geval geldt die koolstofprijs voor alle sectoren en zoveel mogelijk landen wereldwijd. De EU kan zeker het voortouw nemen.

De natuurlijke keuze volgens de economisten? Een uitbreiding van het EU-ETS, het Europese emissiehandelssysteem. Maar als dat politiek niet haalbaar is op korte termijn, kunnen Frankrijk en Duitsland de trekkers zijn en een groep landen verzamelen die sneller willen gaan. Dat kan dan ofwel via een vergelijkbaar emissiehandelssysteem voor sectoren die buiten het ETS vallen, ofwel via een koolstofheffing. De milieubeweging wees er eerder al op dat dit voor mobiliteit alvast niet de juiste oplossing is.

Koolstofdividend is sociaal herverdelend

De implementatie van zo’n heffing zal herverdelende effecten hebben, zowel tussen landen als binnen landen. Het is volgens beide adviesraden best om dat nationaal op te lossen. Om het publieke draagvlak te creëren voor de maatregel en het inkomenseffect van de koolstofheffing te temperen, kiezen overheden best voor een koolstofdividend. Hierbij krijgen de burgers de inkomsten van de heffing gewoon terug van de overheid.

De koolstofheffing is slechts een van de nodige maatregelen. Ook regulering, onderzoek en ontwikkeling, en groene investeringen zijn nodig om de doelstellingen van het Parijs-akkoord te halen.

Vooruit met de geit

Een jaar geleden sloot de federale klimaatadministratie in België het Nationaal Debat over de Koolstofheffing af. Het draagvlak bij werkgevers, werknemers en andere maatschappelijke stakeholders was groot om hiermee verder aan de slag te gaan. Thomas Leysen, voorzitter van KBC en Umicore, gaf toen een niet mis te verstane boodschap: “De CO2-heffing is haalbaar, noodzakelijk en dringend. Minister Marghem, u heeft nog één jaar, maak nu werk van een koolstofheffing."

En toch staan we een jaar later nog geen stap verder. Het principe mag dan wel opgenomen zijn in het ontwerp van het Belgische Energie- en Klimaatplan, maar politiek bleef het doodstil.

De recente evaluatie van de SERV van het ontwerpplan rekende uit dat de koolstoftaks zoals bestudeerd door de federale administratie op federaal niveau 0,6 miljard (2020) tot 2,7 miljard euro (2030) kan opbrengen. Indien 65% hiervan wordt toegekend aan Vlaanderen, gaat het om 0,4 miljard €/jaar tot 1,8 miljard €/jaar. In navolging van deze federale studie, besteedde LNE aan PWC een studie uit over mogelijkheden van Vlaanderen inzake koolstoftaks. Na de zomer mogen we dus nieuwe cijfers verwachten. 

Opnieuw naar de koplopers

Europa staat op het punt om een stap voorwaarts te zetten in zijn klimaatbeleid: juridische verankering van koolstofneutraliteit voor 2050, hogere 2030-doelen en een gigantisch investeringsplan. Dat alles is een opstap naar een hoger mondiaal klimaatengagement.

In Europa zullen deze voorstellen van de Commissie komen, waarschijnlijk een meerderheid halen in het Europees Parlement maar op verzet stuiten in de Europese Raad van regeringsleiders. Ons land kan hier een verschil maken: Vlaanderen en België hebben zich nog steeds niet aangesloten bij de landen die een sterker klimaatbeleid steunen. Een kernopdracht voor de komende maanden en jaren, te beginnen met de regeerakkoorden.