Banken hebben de macht en de middelen om de duurzame transitie te versnellen. (Foto: Freepik.com)

Stel de boer centraal, niet de agro-industrie

Banken hebben de macht en de middelen om de duurzame transitie te versnellen. (Foto: Freepik.com)

De Nederlandse Rabobank erkent haar verantwoordelijkheid in de stikstofcrisis. Is het ook tijd voor een mea culpa van de Vlaamse bankensector?

‘Met de kennis van nu zou je in het verleden echt anders handelen.’ In juli gaf Rabobank toe dat ze mee verantwoordelijk is voor het huidige stikstofprobleem. Met 35,7 miljard euro aan leningen aan de landbouw- en voedingssector kan de bank de intensivering van de sector inderdaad grotendeels op haar conto schrijven. Al kunnen we twijfelen aan de oprechtheid van de excuses. Door de woorden ‘met de kennis van nu’ te gebruiken, laat de bank doorschemeren dat ze toen geen weet had van de funeste milieu-impact. Dat doet de waarheid geweld aan.

Ook in Vlaanderen zijn de financiële en agro-industriële belangen sterk verstrengeld. Zo bezit de financiële holding van de Boerenbond, de Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond (MRBB), 11 procent van de aandelen van KBC. De Boerenbond heeft via MRBB belang in nagenoeg de hele keten – in veevoeder, bijvoorbeeld, via een aandeel van 99 procent in Aveve. Meer dieren betekent meer veevoer en dus meer winst voor de bedrijven waarin MRBB belangen heeft. Die winstlogica stuwt de schaalvergroting in de veehouderij, vaak ten koste van het milieu, de landbouwer en de belastingbetaler.

Winst voor bank, verlies voor belastingbetaler

Vandaag wordt in Vlaanderen 3,6 miljard euro publiek geld gereserveerd voor de aanpak van de stikstofcrisis. Zo draagt de burger de kosten van de intensivering waaraan vele financiële spelers jarenlang verdiend hebben. Nu de negatieve effecten van die investeringen pijnlijk duidelijk worden, springt de overheid in de bres. De bank investeert dus zonder risico’s: de winsten zijn voor haar, mogelijke verliezen betaalt de belastingbetaler.

Kan dat zomaar? De financiële sector zou een vooruitziend duurzaamheidsbesef sterker moeten inbedden in haar werking. Bijvoorbeeld door een fundamentele omslag in het Vlaamse landbouwbeleid mogelijk te helpen maken. Voorlopig lijkt de belangenverstrengeling beide in de weg te staan.

Grof geld voor technische oplossingen

Het huidige stikstofakkoord dwingt de landbouwer veelal om extra te investeren in technische oplossingen, zoals luchtwassers. Aan die eenzijdige oplossing zal de burger via subsidies bijdragen, en zullen banken en delen van de agro-industrie weer geld verdienen. Nochtans lossen zulke technische ingrepen in het beste geval slechts een van de vele problemen van de veehouderij op, namelijk de stikstofdepositie (het neerslaan van stikstof op de bodem en in het water). Zo investeren we met publiek geld in een oplossing die andere problematieken gelinkt aan de veehouderij, bijvoorbeeld watervoorziening, niet verhelpt, en soms zelfs verslechtert.

Plaats belangen landbouwer centraal

Wél een integrale oplossing is extensivering: een meer duurzame vorm van veehouderij waarbij het aantal dieren afgestemd is op de draagkracht van de omgeving. Een kleinere veestapel biedt financiële opportuniteiten. Niet voor de grote spelers in de keten, nee. Wel voor de samenleving. De winsten voor de samenleving zijn glashelder: een gezondere bodem, schoner water en lucht en minder milieu- en gezondheidskosten.

Een nieuwe logica is geboden. Méér landbouwers met minder dieren. Stel de landbouwer centraal, niet de agro-industrie. De banken in Vlaanderen hebben de macht en de middelen om die transitie te versnellen. Wie kan daar tegen zijn, met de kennis van nu?



Dit stuk verscheen eerder in Knack (29 augustus 2022).