Te hoge bemestingsnormen verantwoordelijk voor slechte waterkwaliteit

De veestapel en bijgevolg ook de hoeveelheid mest nam in 2009 toe. Dat blijkt uit het nieuwste Voortgangsrapport 2010 van de Mestbank, dat op 15 januari op Agriflanders is voorgesteld. Hoewel het totale mestgebruik binnen de officiële normen bleef, ging de waterkwaliteit er terzelfder tijd aanzienlijk op achteruit. Conclusie is eenvoudig: De huidige bemestingsnormen zijn onvoldoende afgestemd op een goede waterkwaliteit. Met het nieuwe Mestactieplan, waarover de Vlaamse regering momenteel met Europa onderhandelt, heeft Vlaanderen de kans om deze mistoestand recht te zetten.

De waterkwaliteit in het MAP (Mestactieplan)-meetnet ging in de winter van 2009-2010 gevoelig achteruit. Nochtans was de evolutie sinds de invoering van het nieuwe Mestdecreet in 2007 bemoedigend. Twee winters na elkaar tekenden we een aardige verbetering van de waterkwaliteit op. Het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm daalde in twee jaar tijd van 43% naar 28%. In de winter van 2009-2010 liep het echter grondig mis en ging een groot deel van de geboekte winst weer verloren.

BBL wees er al eerder op dat een gebrek aan handhaving deels aan de basis ligt van de achteruitgang van de waterkwaliteit. Een klimaat van straffeloosheid heeft de motivatie bij een groot deel van de landbouwers ondermijnd.

Nu blijkt uit het Voortgangsrapport dat op Vlaams niveau de mestbalans in evenwicht is. De veestapel produceerde in 2009 meer mest dan in 2008, maar ook de mestverwerking nam toe. Toch blijft Vlaanderen bij de slechtste leerlingen van de klas voor wat betreft nitraatvervuiling in oppervlakte- en grondwater. Willen we de doelstellingen voor waterkwaliteit halen, dan zal het nieuwe Mestactieplan dus strengere bemestingsnormen en -regels moeten bevatten.

Waterkwaliteit