Te veel nitraat in water

Uit een tussentijdse evaluatie van het zogenaamde MAP-meetnet, blijkt dat het nog steeds droevig gesteld is met onze waterkwaliteit. In 19,4% van de meetpunten tref je te veel nitraat in het water. Er werden de afgelopen 4 jaar inspanningen gedaan die een verbetering van 8.6 % van de meetpunten hebben opgeleverd. ‘De aanhouder wint’, framed de landbouwsector dit zelfs al wat euforisch. Maar als we weten dat we in de komende 4 jaar voor Europa nog een verbetering van 14.4% moeten realiseren, is het duidelijk dat de aanhouder vooral nog een tandje moet bijsteken. Bond Beter Leefmilieu concludeert dat we nog een zware rit voor de boeg hebben, waarin nu pas de echte zware cols op het programma staan.  

Het MAP-meetnet bestaat uit zo’n 800 meetpunten waar de nitraatconcentratie van het oppervlaktewater wordt gemeten. De Europese nitraatrichtlijn legt ons daarbij op om de drempelwaarde van 50mg nitraat per liter niet te overschrijden. De resultaten van de recente evaluatie geven ons een beeld van de situatie op 31 januari jongstleden. 19,4% van de meetpunten kleuren rood. Dat dit resultaat in een analyse door het CVBB (Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting) en de landbouwsector tot lichte euforie leidt, doet de wenkbrauwen fronsen bij de milieubeweging.

Ter herinnering, in 2011 maakte minister Schauvliege zich sterk om samen met de landbouwsector in een vierde mestactieprogramma (MAP 4) het aantal meetpunt-
overschrijdingen te doen verlagen van 28% (situatie 2011) naar 16% tegen 2014. Op zes maanden vòòr het verstrijken van MAP 4 lijkt alles erop te wijzen dat de minister deze slag niet zal binnen halen. Sterker nog, de landbouwsector stelt samen met CVBB naar aanleiding van de recente evaluatie dat “wie graag de puntjes op de i zet, nu al kan aangeven dat de doelstellingen van 16% rode MAP-meetpunten niet gehaald zullen worden”. 

Als het om de kwaliteit van onze waterlopen en grondwater gaat, zetten wij inderdaad graag de puntjes op de i. Hoewel we constateren dat er in het voorbije jaar een verbetering merkbaar is, vinden we het bilan van MAP 4 allesbehalve positief of hoopgevend.  

De minister heeft met MAP 4 het mestbeleid te veel uit handen gegeven en wist daarbij enkel het laaghangend fruit te plukken. Met voornamelijk sensibiliserende maatregelen werd ingezet op de zogenaamde ‘quick wins’, de rode meetpunten die reeds aan het flirten waren met de drempelwaarden en met beperkte inspanningen groen kunnen kleuren. Met het uitblijven van een écht structurele aanpak met degelijke handhaving en controle, bleven meetpunten in probleemgebieden echter dieprood gekleurd. De eindmeet die Europa ons stelt - 5% meetpuntoverschrijdingen tegen 2018 - lijkt daarmee nog ver uit zicht. 

Het parcours dat Europa ons in 2011 oplegde vroeg een kordate aanpak van bij de start. De minister koos ervoor om de rit op te splitsen in twee etapes waarbij de eerste ons in 2014 tot 16% rode meetpunten moest brengen. Nu we halfweg zijn, blijkt die eerste etape een proloog te zijn geworden met ingekorte eindmeet. De tweede etape zal dus niet alleen langer worden, ze ligt ook bezaaid met enkele stevige cols. De milieubeweging gaat ervan uit dat Europa tijdens de komende onderhandelingen over MAP 5 zal vragen om het tempo op te drijven - het inkorten van de eindmeet zal immers geen optie zijn. 

Bond Beter Leefmilieu vraagt een gebiedsgericht mestbeleid waarbij elke landbouwer die zijn bijdrage nog heeft te realiseren in de beoogde waterkwaliteitsdoelstellingen zonder uitzondering de nodige maatregelen opgelegd krijgt. De inzet op sensibilisatie rond correcte en duurzame mestpraktijken blijven zeker noodzakelijk, maar zullen niet volstaan om de doelen te halen. Daarnaast rijst de vraag steeds meer of Vlaanderen zich nog kan sterk maken om in te zetten op een groei van de veestapel - en daarmee ook op mestoverschot - zolang het niet in staat blijkt om met een consequent mestbeleid de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen.  

Waterkwaliteit Landbouw