Terwijl het huis in brand staat, herschilderen onze leiders de voorgevel

De Belgische coalitie Rio+20 is diep teleurgesteld in de VN-conferentie voor duurzame ontwikkeling. Twintig jaar na de Earth Summit in Rio (’92)  is de aangenomen tekst ronduit onvoldoende. Er werd weliswaar een compromis bereikt, maar de nodige politieke wil om verder te gaan dan het absolute minimum is volledig afwezig.

De eerste versie van de tekst was al ambitieloos en getuigde van weinig visie. Deze tekst werd nu nog verder uitgedund.  Zo is zelfs de herbevestiging van vroegere engagementen erg zwak. Wel werd een actieplan goedgekeurd voor de herziening van onze productie- en consumptiewijzen en werd een aanzet gegeven voor het onderhandelingsproces omtrent de Sustainable Development Goals. Gezien dit actieplan geheel vrijwillig is, engageren onze wereldleiders zich eigenlijk om zich niet te engageren.

Positief is dat er belangrijke verwijzingen zijn opgenomen naar de rechten van de mens, de sociale bescherming en adequate en groene jobs. Maar pijnlijk afwezig zijn concrete beslissingen die een globaal beleid rond duurzame ontwikkeling kunnen garanderen, zoals sterke instellingen en een concrete agenda. Ook de afwezigheid van een duidelijke beslissing over de hoogst noodzakelijke financiële middelen, waaronder een financiële transactietaks en de reallocatie van subsidies voor fossiele energie, betreuren we.

In het Braziliaanse kamp primeerde de faalangst, waardoor dit minimaal  compromis uit de bus kwam. Voor de Belgische coalitie Rio+20 geeft de tekst dan ook geen concreet antwoord op de echte uitdagingen van onze eeuw en brengt ze onze toekomstige generaties in gevaar. 

Klimaatbeleid