TorrCoal en het mysterie Schauvliege

Het is alweer van begin dit jaar geleden dat we het in onze beleidsbabbel hadden over de weigering van een gewijzigde milieuvergunning voor TorrCoal, het Limburgs bedrijf dat “groene steenkool” beweert te maken, maar vooral veel milieu- en omgevingshinder teweeg brengt in de omgeving van Dilsen-Stokkem. TorrCoal ging ondertussen in beroep tegen de weigering bij de Vlaamse minister voor Leefmilieu. Nu krijgt het verhaal een nieuwe, mysterieuze wending. Ondanks negatieve adviezen van OVAM, de Vlaamse Milieumaatschappij, de dienst milieuvergunningen van het departement LNE, de gewestelijke milieuvergunningcommissie,… besliste minister Joke Schauvliege toch om de vergunning toe te kennen. Het gemeentebestuur van Dilsen-Stokkem trekt naar de Raad van State.

Wat voorafging

Het bedrijf, dat momenteel enkel zuivere biomassastromen verwerkt tot TorrCoal, een product dat in steenkoolcentrales verbrand kan worden, had in een nieuwe milieuvergunning de toelating gevraagd om ook biomassa-afval en Solid Recovered Fuel (SRF, uitgezuiverd restafval dat als brandstof gebruikt kan worden) te mogen verwerken gebruiken als grondstof voor de productie van Torrcoal. De provinciale overheid weigerde deze vergunning, onder meer omdat het bedrijf teveel hinder veroorzaakt (geluid, fijn stof, geurhinder), de MER-plicht niet nageleefd werd, en er mogelijk recycleerbare stromen verwerkt zouden worden, hetgeen in strijd is met het duurzaam materialenbeleid. Dit laatste werd ook expliciet gesteld in een advies van de OVAM.

Vergunningsaanvraag, tweede bedrijf

Het bedrijf tekende beroep aan tegen de beslissing van de provinciale overheid, waardoor het dossier terechtkwam op het bureau van minister van leefmilieu Joke Schauvliege. Tijdens de beroepsprocedure werd het advies ingewonnen van verschillende instanties, onder meer de OVAM, de Vlaamse Milieumaatschappij, de dienst milieuvergunningen van het departement LNE, en de gewestelijke milieuvergunningcommissie. Ze gaven allen een negatief advies. Bovendien ontving de minister, net als wij, gedurende deze periode regelmatig nieuwe klachten van omwonenden in verband met lawaai-, geur- en stofhinder. Deze waren zelfs zo ernstig dat de Vlaamse milieuadministratie het bedrijf bestuurlijke maatregelen oplegde. Hierdoor moest het bedrijf haar activiteiten stilleggen zolang de hinder niet aangepakt wordt.

Enter Schauvliege

Een logisch gevolg van dit alles zou dan ook zijn dat de vergunning ook in beroep geweigerd zou worden. En dat niet alleen omwille van de hinderlijke activiteiten van het bedrijf en het niet naleven van de MER-plicht, maar ook omdat TorrCoal niet past in het duurzaam materialenbeleid dat minister Schauvliege zo nauw aan het hart ligt. Recycleerbare stromen verwerken tot een product dat vervolgens in steenkoolcentrales eindigt is namelijk een schoolvoorbeeld van wat duurzaam materialenbeleid niet is. Wat de verwerking van SRF betreft, ontgaat ons zelfs de economische meerwaarde, aangezien SRF zelf al een brandstof voor energiecentrales is. Maar voor logica blijkt er steeds minder plaats in het parcours van minister Schauvliege, waarop ze besloot om de vergunning toe te kennen.  

De paradox als cliff-hanger

In een poging om deze toch wel bizarre plotwending te begrijpen, gingen we de vergunningsaanvraag na. Daarin rijdt de aanvrager zich helaas vast in een fundamentele paradox. Om de omgevingshinder aan te pakken, mag volgens de nieuwe vergunning geen zuivere biomassa meer verwerkt worden, maar enkel “droge, niet gevaarlijke afvalstromen, voornamelijk SRF”. Als verantwoording voor het ontbreken van een milieu-effectenrapport wordt echter gesteld dat de hoeveelheid verwerkte SRF onder de grens van de MER-plicht blijft, omdat de helft van de installatie zal draaien op… zuivere biomassa!

Mogelijk slaagt de Raad van State erin om in de procedure die het gemeentebestuur van Dilsen-Stokkem heeft opgestart, deze paradox te ontwarren. Wordt vervolgd dus…

Epiloog

Wat we uit deze aflevering in de TorrCoal saga vooral hebben geleerd, is dat de minister met deze beslissing haar eigen duurzaam materialenbeleid ronduit in de steek laat, op gronden die ons voorlopig een groot mysterie blijven.

Desinvestering uit fossiele energie