Uitstootnormen 2020: België is spelbreker in EU

De EU haalt haar - weinig ambitieuze - doelstellingen om de broeikasgasuitstoot terug te dringen zes jaar te vroeg. Dat blijkt uit het klimaatrapport van het Europees milieuagentschap dat deze week gepubliceerd werd. België is een zeldzame spelbreker in de gezamenlijke Europese inspanning om tegen 2020 de broeikasgasuitstoot met 20% te verminderen ten opzichte van 1990.

Quick wins

De EU heeft zich tot doel gesteld om in 2020 de jaarlijkse broeikasgasuitstoot met 20% te verminderen ten opzichte van 1990. In 2014 is die al gedaald met 23%. De EU haalt en overtreft haar doel dus 6 jaar te vroeg.

Dat lijkt goed nieuws. Zeker omdat de economische groei in de EU geen hinder ondervindt van klimaatdoelstellingen. Vooral het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en minder energieconsumptie zijn daar de oorzaak van, zo stelt het Europese klimaatrapport.

Er is echter ook een keerzijde: het Europese succes komt niet als een verrassing, om de eenvoudige reden dat de ambitie van de EU te zwak is. En dat is gevaarlijk om twee redenen:

1. Volgens Europese ambities moet het emissiereductietraject na 2020 steeds sneller, zoals deze grafiek toont:


Fig. 1 Europese ambities en projecties: 2020, 2030 en 2050. De inspanningen moeten steeds versnellen, van 1% per jaar nu naar 1,4% in 2030 tot 3,3% of 4,6% per jaar tegen 2050.

2. Veel quick wins zijn nu al doorgevoerd. Verdere reducties zullen mogelijk moeilijker te realiseren zijn.

Na 2020 wordt het dus steeds moeilijker, waarschuwt het Europese klimaatrapport. Zoals de zaken er nu voorstaan, strandt de EU in haar geheel op een vermindering van slechts 30% tegen 2030, terwijl dat minstens 40% moet zijn (zie in de grafiek het verschil tussen de oranje stip en de groene stippellijn). Het relatieve succes voor het 2020-doel is dan ook geen vrijgeleide voor de EU-landen om de komende vijf jaar op hun lauweren te rusten. Want dan komen de doelen voor 2030 en 2050 in gevaar.

België speelt met vuur

Tegelijk wijst het klimaatrapport vier landen aan die achterlopen op schema: België, Ierland, Luxemburg en Oostenrijk. Die lidstaten helpen Europa onvoldoende om de broeikasgasuitstoot terug te dringen tegen 2020 als ze voortdoen zoals ze bezig zijn. België moet volgens Europese afspraken in 2020 15% minder broeikasgasuitstoot realiseren (in de sectoren die niet deelnemen aan de Europese handel in uitstootrechten, zoals transport en huisvesting voor België).

De projecties in het Europese klimaatrapport tonen dat België in 2017 in het rood zal duiken en dat de kloof tussen 2017 en 2020 steeds dieper wordt. In de jaren 2013 tot 2016 kende ons land enkele meevallers, onder meer door de extreem warme winters. Door beroep te doen op Europese flexibiliteitsmechanismen, waarbij de slechte jaren gecompenseerd worden met de betere jaren zou België eventueel theoretisch net de doelstelling van 15% kunnen halen in 2020:


Fig. 2. De som van 2013 tot 2016 kan mogelijk gecompenseerd worden met de som 2016 - 2020. WEM staat voor “With existing measures”. WAM staat voor “With additional measures”. Voor dit laatste bestaat er geen scenario.


Comfortabel is die positie natuurlijk niet. Structureel wijzigt er niets en het tekort wordt steeds groter deficit. België zit in de gevarenzone en is dan ook zeer slecht voorbereid op het versnelde Europese inspanningsparcours na 2020.

Op Luxemburg na, slagen onze buurlanden er wel in structurele reducties tot stand te brengen:


Fig. 3: Situatie in de buurlanden.


Hoog tijd dus voor onze ministers om werk te maken van echte structurele maatregelen, en niet te gokken op boekhoudkundige trucjes.

Klimaatbeleid