Van 200 kilo restafval naar 22 kilo

Tweehonderd kilo restafval, dat is wat een gemiddeld Nederlands gezin per jaar voortbrengt. Honderd Nederlandse gezinnen gingen de uitdaging aan en zijn erin geslaagd die enorme hoop terug te brengen tot 22 kilo. Eigenlijk was het de bedoeling om helemaal afvalvrij te leven, maar dat bleek net iets te moeilijk. Toch slaagden de deelnemers erin hun restafval met 89 procent te verminderen. Wat leert het experiment? Dat slim sorteren en vooral ook slim aankopen loont. En dat veel verpakkingen momenteel niet worden gerecycleerd, of gewoon niet te recycleren zijn. Dat is een probleem dat de politiek moet oplossen.

Burgers doen het zelf

De uitdaging kwam van ROVA, een Nederlandse ‘afvalintercommunale’ die 900.000 mensen bedient. Het ging de deelnemers om het verminderen van het restafval, ofwel al het afval dat niet wordt gescheiden en gerecycleerd maar rechtstreeks verdwijnt in een van de vele Nederlandse verbrandingsovens. Het experiment wijst uit dat burgers zelf een ingrijpende vermindering van het restafval kunnen realiseren. Door papier, gft, glas, plastic, batterijen, chemisch afval, textiel, blik en drankkartons te scheiden, verminderde het restafval, maar de grootste winst werd behaald door spullen op een andere manier aan te kopen.

Door niet langer te kiezen voor zakken met chips en enkel nootjes en snoep mee te nemen die de mensen in een eigen bakje kunnen scheppen, werd verpakkingsafval vermeden. Ook kiezen voor een blik kattenvoer in plaats van een gelaagde plastic verpakking met poezenbrokjes, hielp om restafval te voorkomen. Verpakkingen zijn dus een belangrijk probleem. Om dat aan te kaarten, heeft afvaldienstverlener ROVA een grote boodschappentas vol niet-recycleerbare verpakkingen verzameld en die aan de producenten aangeboden.

Pak niet-recycleerbare verpakkingen aan

In de circulaire economie is geen plaats voor verpakkingen die niet kunnen worden gerecycleerd. Het Nederlandse experiment toont aan dat een goed afvalbeleid eigenlijk al begint bij een goed ontwerp van een verpakking. Dat betekent: 1) geen oververpakking; 2) verpakkingen moeten 100 procent recycleerbaar zijn; 3) waar mogelijk moeten verpakkingen herbruikbaar zijn (denk aan hervulbare flessen) en 4) verpakkingen mogen geen schadelijke stoffen bevatten.

De huidige Vlaamse regering ziet enorme kansen in de circulaire economie, maar dat vereist dat er ook slimmer wordt geproduceerd. Zowel bedrijven als overheden wacht een belangrijke taak om de verpakkingsproblematiek op te lossen.

Afvalbeleid