Verbeteringen voor het Europese emissiehandelsysteem

Maandag stelde Climate Strategies, een onafhankelijk internationaal netwerk van klimaat experts, een rapport voor over mogelijkheden om het Europese emissiehandel systeem (ETS) te versterken. Een overschot van emissierechten in het ETS doet de prijs ervan kelderen. Daardoor zou de impuls die van het ETS uitgaat voor klimaatvriendelijke investeringen in nieuwe technologie, energiebesparing of hernieuwbare energie verwaarloosbaar zijn. Climate strategies gelooft dat de beste manier om het ETS op te knappen een combinatie is van drie maatregelen: het uit de markt halen van emissierechten, het invoeren van een minimumprijs bij veilingen van nieuwe rechten en het invoeren van emissie reductiedoelstellingen voor 2030.

Grofweg de helft van de broeikasgasemissies in de Europese Unie en drie andere landen valt onder het Europees emissiehandelssysteem, afgekort ETS. Cap and trade is het uitgangspunt. De unie limiteert het aantal emissierechten  (cap) en bijgevolg de toegestane emissies van 11.500 installaties in 30 landen. Handel (trade) in die rechten laat toe dat emissiereducties daar gebeuren waar ze het goedkoopst zijn. In de derde handelsfase (2013-2020) daalt de cap jaarlijks met 1,74 % en zullen de meeste installaties zoals elektriciteitscentrales emissierechten moeten aankopen tijdens veilingen. De miljardenopbrengsten van die veilingen vloeien terug naar de lidstaten.

Volgens de Europese Commissie is het ETS in de eerste plaats gericht op wat er voor het klimaat toe doet: het handhaven van het plafond of de hoeveelheid broeikasgassen dat in de atmosfeer terecht komt. Door het klimaatbeleid, maar vooral door de economische inzinking en de hoge olieprijzen, blijven de emissies in het ETS voorlopig vlot onder het vastgelegde plafond. Zelfs zozeer dat er een enorm overschot is aan emissierechten en dat de prijs ervan kelderde tot minder dan 7 euro voor een ton CO2. Die lage prijs zorgt er volgens veel waarnemers voor dat benodigde investeringen in nieuwe klimaatvriendelijke infrastructuur en energiebesparing uitblijven, omdat ze financieel minder interessant zijn dan klimaatschadelijke opties of niets doen. Het komende decennium zou er tot 1000 miljard euro moeten geïnvesteerd worden in nieuwe energie infrastructuur in Europa. Het overschot aan emissierechten zou volgens sommige economen heel die periode echter blijven duren en de prijzen blijvend drukken. Daardoor zou de Europese koolstofmarkt een verkeerd signaal geven net op het moment dat er massaal geïnvesteerd moet worden. Van een koolstofprijs van 30-40 euro/ton CO2 gaat volgens Climate Strategies wel een overtuigend signaal uit.

Climate Strategies nam enkele opties onder de loep die het probleem van de lage prijs mogelijk verhelpen. Het optrekken van de emissie reductiedoelstelling of het verlagen van de cap brengt deels soelaas. Maar er is een omslachtige beslissingsprocedure voor nodig en er is (voorlopig) nog geen draagvlak voor bij alle lidstaten. Lees: Polen staat nog altijd op de rem. Het is gemakkelijker om (tijdelijk) emissierechten uit de handel te halen. Dat zou de prijs opdrijven, de veilinginkomsten voor de lidstaten laten toenemen en klimaatvriendelijke investeringen stimuleren. Maar het creëert volgens Climate Strategies ook onzekerheid in de markt. Europa moet goede redenen opgeven waarom het ingrijpt, zodat zulke ingrepen op hun beurt voorspelbaar worden. Bovendien gelooft Climate Strategies dat het uit de handel halen van het overschot aan emissierechten niet het risico op een te lage koolstofprijs wegneemt. Dat komt omdat er heel wat oorzaken schuil gaan achter de lage prijs, niet enkel het overschot aan emissierechten door de economische crisis. Het lijkt de organisatie best de maatregel aan te vullen met een minimumprijs bij de veilingen van nieuwe emissierechten. Die ingreep zou in de praktijk resulteren in een bodemprijs voor emissierechten.  Zo verwerven groene investeerders zekerheid. Een combinatie van een minimumprijs en het uit de handel halen van een deel van de emissierechten zou volgens de berekeningen van Climate Strategies tot een minimumprijs van 18,5 euro kunnen leiden bij lage emissie trend en meer dan 40 euro bij een hoge emissie trend. Op die manier kunnen de lidstaten ook minimale inkomsten uit de veilingen begroten wat van belang is voor hun financiën en klimaatbeleid.

Bij de voorstelling van het rapport reageerde een afgevaardigde van de Europese Commissie dat de beslissing voor het invoeren van een minimumprijs bij veilingen ook de omslachtige procedure vergt met medebeslissing van Raad, Commissie en Parlement. Het is dus niet voor morgen. Toch zou de idee, die trouwens al toegepast wordt in andere emissiehandelssystemen elders ter wereld, interesse opwekken in Europese beleidskringen.

Klimaatbeleid