Verbod op fosfaten in afwasmiddelen wint internationaal terrein

Het gebruik van fosfaten in wasmiddelen voor particulieren is in de westerse wereld al enige tijd verboden. Het begon in 1971 in een aantal steden in de VS. In 2003 ging ook België overstag. Toch blijft de overmaat aan fosfaten één van de grootste problemen voor de waterkwaliteit. Ook in de toekomst, zo blijkt uit de stroomgebiedbeheersplannen, dreigt een overmaat aan fosfaat de belangrijkste oorzaak voor eutrofiëring van onze waterlopen te blijven. (Eutrofiëring betekent dat er teveel voedingsstoffen in het water zitten, en dus te weinig zuurstof).

Na de landbouw blijven ook de huishoudens een belangrijke bron van fosfaten, onder andere door het gebruik van detergenten. Regelmatig gaan stemmen op om fosfaten ook in afwasmiddelen (voor in de machine) te bannen.

In Washington (VS) wordt een verbod van kracht vanaf 1 juli 2010, Zweden volgt in juli 2011.

Hoofdargument is telkens het bestrijden van eutrofiëring.

De fosfaatindustrie is van mening dat de nadelen die de alternatieven meebrengen zwaarder doorwegen dan de voordelen; en inderdaad, sommige van de zogenaamde fosfaatvrije afwasmiddelen bevatten een scala aan stoffen met aanzienlijke milieunadelen. Die moeten dus eveneens gemeden worden. Niettemin zijn er ook goede producten op de markt en is het alternatief dus mogelijk.

Er zijn ook economische voordelen aan een fosfaatban. Fosfaatverwijdering kost Aquafin (en dus de watergebruiker) handenvol geld. Het loont dus tenminste de moeite om de optie grondig te bestuderen. Maar in de stroomgebiedbeheermaatregelen werd deze bronmaatregel gewoon over het hoofd gezien. Jammer.

Waterkwaliteit