Verlagen accijzen maakt behalen Europese doelstellingen luchtkwaliteit onmogelijk

Door de stijging van de brandstofprijs wil de regering de omgekeerde Cliquet invoeren. Het verlagen van de accijnzen op benzine en diesel, via het systeem van de omgekeerde Cliquet, bevoordeelt dieselwagens en werkt de groei van het autoverkeer in de hand. Het is dus een ondoordachte korte termijn maatregel die het behalen van Europese doelstellingen rond luchtkwaliteit onmogelijk zal maken. België slaagt er niet in om de uitstoot van verzurende stoffen onder controle te krijgen. We komen nog niet in de buurt van de Europese doelstellingen; we overschrijden de norm met maar liefst 43 %. Enkel Ierland doet nog slechter. De belangrijkste reden waarom België zo slecht scoort, is het steeds groeiende autoverkeer en daarbij de ‘verdieseling’ van ons wagenpark. In plaats van via de omgekeerde Cliquet de accijnzen te verlagen, moeten maatregelen genomen worden om de groei van het autoverkeer te beperken en de verdieseling van ons wagenpark tegen te gaan.

Bij een dieselvoertuig is de uitstoot van het verzurende NOx gemiddeld drie maal zo hoog als bij een bezinewagen. In België behoren de accijnzen op diesel tot de laagste van Europa. Dit beleid moet drastisch worden omgegooid. Op federaal niveau moeten de accijnzen op diesel en benzine gelijk getrokken worden, in plaats van de accijnzen te verlagen. Met de omgekeerde Cliquet wordt het onterechte voordeel voor dieselwagens juist in stand gehouden, aangezien minister Reynders voorstelt een lagere grenswaarde in te stellen voor diesel (150 cent) dan voor benzine (170 cent).

Op Europees niveau werden in 2001 per lidstaat maximale uitstootplafonds vastgelegd voor NOx. Deze plafonds moeten tegen 2010 gehaald worden. Uit de rapporten van het Europees Milieuagentschap blijkt dat België in 2010 76.000 ton verzurende stikstofoxiden (NOx) te veel de lucht inblaasde. Daarmee zit België 43% boven het wettelijk vastgelegde plafond, enkel Ierland doet nog slechter.

Stikstofoxiden dragen bij aan de vorming van ozonpieken en fijn stof en zorgen daardoor voor gezondheidsproblemen. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor een versnelde verwering van historische gebouwen, een verminderde opbrengst van landbouwgewassen en de achteruitgang van bos-, heide- en natuurgebieden.

Het wegverkeer is de voornaamste bron voor de overschrijdingen van het plafond voor verzurende stikstofoxiden (NOx). Daarom moeten op de eerste plaats maatregelen getroffen worden om het totale volume en de groei van het autoverkeer te beperken. Deze cijfers maken nogmaals duidelijk dat de invoering van een slimme kilometerheffing voor personenwagens echt wel noodzakelijk is om de verzurende uitstoot onder controle te kunnen houden. Deze slimme kilometerheffing mag niet op de lange baan worden geschoven.

De regering kan de extra inkomsten uit de accijnzen als gevolg van de hoge olieprijs beter investeren om het probleem van de olieafhankelijkheid ten gronde op te lossen.  

Zo zullen bijkomende investeringen in openbaar vervoer, zoals in het Gewestelijk Expresnet rond Brussel of in bijkomende light-rail verbindingen, noodzakelijk zijn om de doelstellingen te kunnen halen. Dergelijke voorstedelijke openbaarvervoernetwerken kunnen een concurrentieel alternatief bieden voor de autopendel naar de steden.

Het systeem van de omgekeerde Cliquet houdt bovendien het risico in dat niet meer nagedacht zal worden over de noodzakelijke lange termijn maatregelen. In de toekomst zullen we daarvoor een grote prijs betalen. De enige structurele oplossing voor stijgende energieprijzen is dan ook een vermindering van ons energieverbruik.

Luchtkwaliteit