Vervuilende dieselwagens moeten terug naar de garage

Minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) ziet geen juridische mogelijkheden voor een verplichte terugroepactie van sjoemelwagens (De Tijd, 20 september). Maar de overheid moet autoconstructeurs voor hun verantwoordelijkheid plaatsen: de wagens herstellen of ze mogen de steden niet meer binnen.

Een onderzoek van de ngo Transport & Environment toont aan dat een grote meerderheid van de nieuwe dieselwagens (Euronorm 5 en 6) te veel stikstofoxiden (NOx) uitstoot. Wagens van Opel, Renault en Fiat overschrijden zelfs meer dan tien keer de uitstootnorm. België heeft van alle Europese landen het hoogste aandeel van die vervuilende diesels op de weg.

In de VS treedt het milieuagentschap EPA doeltreffend op. Volkswagen is er verplicht om alle voertuigen met sjoemelsoftware - die tijdens tests de uitstoot van schadelijke stoffen vermindert - te herstellen. Zoniet moet de constructeur de wagen terugkopen. De klant krijgt voordelig een nieuw exemplaar. In Europa kunnen we enkel dromen van zo’n aanpak. Hier riskeren we zelfs het omgekeerde: het gesjoemel van de autofabrikanten kan de belastingbetaler in de portefeuille treffen.

Zopas zijn de gegevens voor de luchtkwaliteit in 2015 gevalideerd en aan Europa doorgegeven. Wat blijkt: op meerdere meetpunten in Antwerpen en in Brussel hangen ongezond veel stikstofoxiden in de lucht. Vlaanderen en Brussel voldoen al 5 jaar niet aan de luchtkwaliteitsnorm en riskeren een Europese boete. Als die komt, moeten de ministers van Leefmilieu ze terugvorderen bij de autoconstructeurs en hen dwingen hun wagenpark op te schonen. Er zijn minstens twee wegen om de druk al op te voeren.

Een eerste is die van de typegoedkeuring. In de EU gebeurt de typegoedkeuring van automodellen in de lidstaten. Die zijn ook verantwoordelijk voor (verplichte) terugroepacties. In ons land laten weinig constructeurs hun wagen goedkeuren. Toch hebben we zeker één vuile diesel op ons conto staan, merkt Europarlementslid Kathleen Van Brempt (sp.a) op: de Honda HR-V I. Aan de Belgische typegoedkeuringsinstantie om die wagen te laten terugroepen voor herstel. Door het goede voorbeeld te geven vergroot de druk op controle- instanties in de andere lidstaten.

In de steden ligt een tweede front in de strijd tegen de luchtvervuiling. In het kader van het luchtkwaliteitsbeleid voeren Antwerpen (2017), Brussel (2018) en Gent (2020) een Lage Emissie Zone (LEZ) in. Enkel dieselwagens van Euronorm 3 zonder roetfilter of ouder vallen onder het toegangsverbod. Recente dieselwagens van Euronorm 4, 5 en 6 mogen wel de LEZ binnen. Nochtans vervuilen ze door het gesjoemel van de constructeurs veel te veel.

Zo’n regeling valt niet langer te verantwoorden. Stikstofoxiden veroorzaken volgens het Europees Milieuagentschap 2.300 vroegtijdige overlijdens in ons land. Na fijn stof vormen ze de schadelijkste component in de uitlaatemissies. Een rechter in Düsseldorf oordeelde onlangs dat dieselwagens weren uit de stad mogelijk de enige optie is om die gezondheidsschade te stoppen. Een aanpassing van het juridisch kader voor de LEZ ligt voor de hand. Zo kunnen steden ook recente dieselwagens weren. Als tientallen (groot)steden ermee dreigen, vergroot opnieuw de druk op de goedkeuringsinstanties en de constructeurs. Ze moeten dieselwagens die te veel NOx uitstoten terugroepen en herstellen zodat ze de norm halen. Zoniet heeft de consument zoals in de VS recht op een nieuwe wagen die wel voldoet.