Visie voor de Vlaamse bio-economie

Zowel Europa als verschillende bedrijfssectoren willen meer inzetten op de ontwikkeling van een bio-economie: een economie gebaseerd op biomassa als grondstof voor voeding, materialen en energie. Dit zou een antwoord bieden op de dreigende schaarste aan fossiele grondstoffen en op de klimaatcrisis. In die context heeft de Vlaamse regering de opdracht gegeven aan een Interdepartementele Werkgroep Bio-economie (IWB) om een Vlaamse visie en strategie voor de ontwikkeling van een duurzame bio-economie vorm te geven.

BBL is ervan overtuigd dat de ontwikkeling van een op biomassa gebaseerde economie een belangrijke maatschappelijke meerwaarde kan leveren. Maar het is wel noodzakelijk dat deze ontwikkeling gebeurt met respect voor de beperkte draagkracht van de aarde, zonder negatieve invloed op de voedselvoorziening en met oog voor de wereldwijde sociale en milieu-impact van beleid en activiteiten in Vlaanderen. Ook de Minaraad en SALV bogen zich over deze problematiek en brachten recent een gezamenlijk advies uit met aanbevelingen bij de ontwikkeling van een bio-economie.

Voor BBL is het bij de ontwikkeling van een duurzame bio-economie van belang dat: niet meer biomassa ontgonnen mag worden dan wat door duurzame productiesystemen

  • aangeleverd kan worden,
  • gebruik van biomassa voor voeding prioritair is,
  • voor materialen in de eerste plaats gefocust moet worden op recyclage en het inzetten van (biomassa-)reststromen
  • energie-opwekking in principe de laatste stap is in de valorisatieketen van biomassa

De strategische adviesraden Mina-raad en SALV zijn met het advies “Duurzaam gebruik van biomassa in de bio-economie” de uitdaging aangegaan om deze problematiek te bespreken vanuit een systeembenadering. Dit was geen evidente zaak, maar wel cruciaal: beleid voor een duurzame bio-economie vereist aandacht voor de impact van maatregelen in één domein op de rest van de bio-economie. Dit ontbreekt al te vaak in het huidige gefragmenteerde beleid. Zo wordt energiebeleid gemaakt dat tot doel heeft biomassa in te zetten voor opwekking van hernieuwbare energie, waarbij men zich pas veel later realiseert welke negatieve gevolgen dit beleid heeft voor onder andere de voedselvoorziening.

Aanbevelingen van de raden

Het advies bevat heel wat aanbevelingen, waarvan we er hier enkele belangrijke meegeven. De raden stellen eerst en vooral dat een Vlaamse duurzame bio-economie volgende doelstellingen moet nastreven:

  • het behoud van het natuurkapitaal dat biomassa voortbrengt; 
  • het waarborgen van de voedselzekerheid;
  • het realiseren van klimaatdoelstellingen;
  • het beschikbaar houden van biomassa voor materialen;
  • een duurzame sociaal-economische ontwikkeling.

Een Vlaamse strategie en het beleid dat eruit voortvloeit moeten werk maken van afstemming tussen de verschillende beleidsdomeinen, en het cascade-principe hierbij als leidraad nemen. Dit cascade-principe stelt dat gebruik van biomassa in de bio-economie enkel kan voor zover de draagkracht van de aarde niet wordt aangetast; dat gebruik van biomassa voor voeding primeert over gebruik voor materialen en tot slot voor energie.

Het is vanzelfsprekend niet mogelijk om alle biomassastromen in de economie in kaart te brengen, laat staan dat de overheid ze perfect kan sturen. Het cascade-principe moet vooral gezien worden als leidraad bij het opstellen van beleidsmaatregelen. Door beleid te toetsen aan dit principe, kunnen heel wat negatieve effecten op voorhand worden ingeschat, en het dwingt de overheid om op een meer integrale manier naar de bio-economie te kijken.

Hoe minder primaire biomassa nodig is in de economie, hoe makkelijker een duurzame bio-economie realiseerbaar is. Daarom pleiten de raden ervoor om een strategie voor de bio-economie te kaderen in de overkoepelende uitdaging om minder materialen en energie te verbruiken. Daarnaast geven de raden duidelijk aan dat een Vlaamse strategie niet enkel mag focussen op het eenzijdig stimuleren van de import van primaire biomassa voor bio-materialen en bio-energie. De nadruk moet veeleer liggen op het beter beheren van de in Vlaanderen aanwezige biomassa, en van het opnieuw inzetten van biologische reststromen in de materiaal-kringloop. Hiervoor is zowel technologische als maatschappelijke innovatie nodig.

Betrek de stakeholders

Bond Beter Leefmilieu is tevreden dat het harde werk van de adviesraden heeft geleid tot een advies dat een stevige basis vormt voor het evalueren van concrete beleidsmaatregelen. Het is nu aan de Interdepartementele Werkgroep Bio-economie om de aanbevelingen uit het advies mee te nemen bij het uitwerken van de Vlaamse visie en strategie. We gaan er alvast van uit dat de aanbeveling om alle relevante stakeholders te betrekken in het proces goed wordt opgevolgd. Een goede participatie van de verschillende maatschappelijke geledingen komt het draagvlak voor nieuw beleid dat de bio-economie in Vlaanderen moet stimuleren enkel ten goede.

Biomassa & biobrandstoffen