Vlaams klimaatbeleid: maak van de hordeloop een estafette

Voor de zomer verraste Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege vriend en vijand: ze pleitte onomwonden voor een trendbreuk in het Vlaamse klimaatbeleid en mikte hoog. Tegen 2020 wil ze een uitstootreductie voor broeikasgassen van -30% realiseren in vergelijking met 1990. De Vlaamse regering moet daarvoor in het klimaatbeleidsplan 2013-2020 nieuwe maatregelen opnemen, wist de minister. Maar vooralsnog slaagt de Vlaamse regering er niet in die eerste horde te nemen. Doeltreffende maatregelen voor het wegverkeer, de industrie en de landbouw blijven uit.

Het wedervaren van  hordenloper Liu Xiang op de Olympische Spelen in Londen leverde memorabele beelden op. De wereld keek reikhalzend uit naar de prestaties van de Chinese topatleet, die tijdens de Spelen van 2008 opgaf door een blessure. In London kon hij opnieuw aanknopen bij succes. Maar Xiang ging in de finale al bij de eerste horde jammerlijk tegen de grond en verliet hinkend de piste. Om te kunnen winnen, moet je voor alles de finish halen. Dat betekent: goed starten en de eerste hordes overtuigend nemen. Net daarin faalt het Vlaamse klimaatbeleid. Het is volledig uit koers om de klimaatdoelstellingen op de korte of lange termijn te halen. Tussen 1990 en 2010 zijn de Vlaamse broeikasgasemissies teruggebracht met een schamele 0,04%. In dezelfde periode reduceerden de Europese kernlanden (EU15) de uitstoot met meer dan 10%. De EU haalt vlot de veelbesproken Kyoto doelstellingen. Vlaanderen niet. Het koopt ‘schone lucht’ op in het buitenland om aan haar engagementen te voldoen. Erger, recente prognoses van de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek (VITO) voorzien zo goed als geen verandering tot 2020. In plaats van 15% lager, zoals Europa wil, zal de Vlaamse broeikasgasuitstoot buiten de emissiehandel 0,3% hoger liggen. Wat nodig is voor het klimaat, minstens -30% tegen 2020 en -95% tegen 2050, blijft een verre droom

Tegen welke horde loopt het Vlaamse klimaatbeleid aan? Nieuwe, doeltreffende emissiereductiemaatregelen in de sectoren transport, industrie en landbouw blijven uit. Niet omdat ze er niet zijn, wel omdat ze politieke inzet vergen van de bevoegde ministers in de Vlaamse regering. Een voorbeeld. Cijfers van het planbureau toonden recent opnieuw aan dat een kilometerheffing voor personenwagens onvermijdelijk is, willen we komaf maken met het fileleed en de stijgende vervuiling van het wegverkeer. Bij ongewijzigd beleid zou de gemiddelde snelheid op het wegennet tijdens de spits verder afnemen tot 32km/u in 2020 en tot 27 km/u in 2030. De broeikasgasuitstoot zou in 2030 12% hoger liggen dan in 2008. Een kilometerheffing kan de negatieve trend keren. Als zo een heffing de verkeersbelasting vervangt, is het een bovendien een eerlijk instrument. Je betaalt dan a rato van het gebruik van de infrastructuur, niet op basis van voertuigbezit. Toch wordt er nauwelijks werk gemaakt van een kilometerheffing voor personenwagens.

Dat het Vlaamse klimaatbeleid al bij de eerste horde onderuit gaat, is niet alleen jammer voor het milieu. De lasten van uitstootreducties worden doorgeschoven naar de toekomst, terwijl de  kans op de lusten ervan wordt verspeeld. Het ambitieuze klimaatbeleid van voorlopers zoals Denemarken en Duitsland schept nu al werk. Het creëert een ideale omgeving voor innovatie, ondernemerschap en grootschalige investeringen omdat er op de eigen markt groeiende afzetmogelijkheden zijn voor groene producten en diensten. Zonder geloofwaardig klimaatbeleid zal Vlaanderen de kloof met zulke voorlopers nog moeilijk kunnen dichten. De Vlaamse regering en het kwartet dat verantwoordelijk is voor het klimaatbeleid – Joke Schauvliege, Hilde Crevits, Freya Vandenbossche en Kris Peeters – moet dringend van koers veranderen. Bijvoorbeeld van hordeloop naar estafette. Daar telt de onderlinge coördinatie en de gezamenlijke inspanning.

Deze tekst verscheen ook als opiniebijdrage in ‘De Morgen’ van 7 november 2012

Klimaatbeleid