Vlaams Plattelandsfonds moeten open ruimte beter beschermen

De Vlaamse regering heeft het voorontwerp van decreet voor het Vlaams Plattelandsfonds principieel goedgekeurd. Via het Plattelandsfonds wil de Vlaamse regering het onevenwicht dat er bestaat tussen de taken en de financiële middelen van typische plattelandsgemeenten bijsturen. Via het Plattelandsfonds worden gemeentebesturen, in tegenstelling tot huidige financieringsmechanismen, financieel gemotiveerd om de open ruimte te bewaren in de plaats van steeds te streven naar meer harde ontwikkelingen. Als ook het parlement het voorontwerp goedkeurt kan dit een opsteker betekenen voor het Vlaamse landschap en de open ruimte.

Plattelandsgemeenten hebben hun takenpakket de voorbije jaren sterk zien groeien, maar dat ging niet altijd gepaard met een evenredige groei van de financiering. Daardoor kwamen veel gemeenten met typische plattelandskenmerken in financiële en bestuurlijke problemen.

Deze problemen zijn een gevolg van een aantal kenmerken die typisch zijn voor het platteland. Zo worden deze gemeenten gekenmerkt door lagere bevolkingsaantallen en ligt het gemiddelde inkomen en de waarde van het onroerend goed er lager dan in de steden.

Bovendien hebben plattelandsgemeenten vaak minder economische activiteit waaruit ze voldoende inkomsten kunnen putten. De uitgestrektheid en de open ruimten spelen eveneens een rol. Deze structurele minderkomsten resulteren in een lage fiscale draagkracht. Anderzijds worden deze gemeenten gekenmerkt door een uitgebreid net van landbouwwegen die onderhouden moeten worden en een hoge vraag naar recreatieve infrastructuur.

De huidige financieringsmechanismen werken de verdere aantasting en versnippering van de open ruimte in de hand. Zo krijgen de gemeenten meer geld in het laatje als ze nieuwe bedrijventerreinen inrichten. Een ander voorbeeld is de toenemende tendens om almaar nieuwe woonuitbreidingsgebieden in te richten. Dat streven wordt gevoed door het streven naar meer inwoners en het gevolg is dat de gemeenten meer belastingen innen en ook zicht krijgen op grotere financiële stimulansen.

Trekkingsrechten

Om te bepalen welke gemeenten in aanmerking komen voor middelen uit dat Plattelandsfonds zijn strikte voorwaarden vastgelegd. Zo krijgt elke Vlaamse gemeente aan de hand van de criteria ‘inwonersaantal per vierkante kilometer’ en ‘het percentage bebouwde oppervlakte’ een score toegewezen. De 50 gemeenten die het zwakst scoren worden de doelgroep van het Plattelandsfonds.

Om een onderscheid te kunnen maken tussen kleinere en grotere plattelandsgemeenten met een beperktere of zwaardere opdracht, wordt een zogenaamd ‘trekkingsrecht’ toegekend. Het trekkingsrecht is het maximale bedrag dat een gemeente per jaar kan krijgen uit het fonds. Het trekkingsrecht wordt bepaald op basis van het aantal kilometer verhard wegennet, dat gezien wordt als indicator voor de last van de bestuurlijke opdrachten waarmee die gemeente wordt geconfronteerd.

De fiscaal armste gemeenten krijgen bovendien een bonus toegekend. Het maximale trekkingsrecht per gemeente zal 250.000 euro per jaar bedragen. De gemeenten kunnen hun trekkingsrecht uitoefenen door jaarlijks projecten in te dienen die bijdragen aan doelstellingen, zoals inspanningen leveren om de open ruimte te vrijwaren of te ontwikkelen, bijzondere aandacht hebben voor natuurgebieden en kwetsbare groepen, het onderhoud, herstel of heraanleg van het wegennet, ondersteuning van rurale ondernemers, het versterken en verbreden van de landbouw op het platteland, enzovoort. De exacte bedragen die voor het fonds zullen uitgetrokken worden, zal voorwerp van discussie zijn bij de opmaak van de Vlaamse begroting voor 2013.

Bouwshift