Vlaamse regering, gooi het landschap niet in de betonmolen

De Vlaamse regering heeft een decreet klaar om bouwen in landschappelijk waardevolle landbouwgebieden te versoepelen. Dat dreigt de verrommeling en betonnering van open ruimte verder in de hand te werken. En zal uiteindelijk ten koste gaan van de landbouw zelf.

Contraproductief

Op de gewestplannen zijn meer dan 300.000 ha landbouwgebied aangeduid als landschappelijk waardevol. Hier zijn nieuwe bouwwerken enkel toegelaten als ze ‘de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen’. De afgelopen jaren werden een aantal bouwvergunningen voor stallen, loodsen of serres in deze gebieden tegengehouden door rechtbanken. En dat zint de landbouwsector niet. De Vlaamse regering wil daarom de bouwregels in landschappelijk waardevolle landbouwgebieden versoepelen.

De maatregel is in eerste instantie bedoeld om het voor startende landbouwers of uitbreiding van landbouwbedrijven makkelijker te maken. Maar op termijn dreigt de landbouwsector net het slachtoffer te worden van deze versoepeling, samen met de natuur- en bossector. Landbouwgebieden worden meer en meer opgekocht voor andere functies, zoals zonevreemde bedrijvigheid, woningen met tuinen en paardenweiden. Daardoor stijgen de grondprijzen en wordt rendabele landbouw steeds moeilijker. En is er steeds meer concurrentie tussen bos, natuur en landbouw. 

Vertuining en verpaarding

Ongeveer een derde van alle weilanden in Vlaanderen bestaat uit hobbyweiden van mensen die paarden houden.

Heel wat leegkomende boerderijen worden opgekocht door niet-landbouwers om er een woning van te maken. Vaak gaat dit ook gepaard met het omzetten van aanpalende landbouwgronden in bijkomende tuinen. Men spreekt dan van 'de vertuining van het landschap'. Naar schatting wordt een dikke 10% van het agrarisch gebied in beslag genomen door tuinen. 

Daarnaast is er de 'verpaarding van het landschap'. Veelal kapitaalkrachtige Vlamingen kopen landbouwgebieden op om er paarden te laten grazen. Ongeveer een derde van alle weilanden in Vlaanderen bestaat uit hobbyweiden van mensen die paarden houden. 

En dan zijn er nog de zonevreemde economische activiteiten in voormalige landbouwgebouwen. Door de soepele wetgeving kunnen tuincentra, bandencentrales of groothandelaars zich hier vestigen. Voor hen is het vaak een goedkoper alternatief dan grond aankopen op een bedrijventerrein. Vandaag zijn ongeveer 20.000 niet-landbouwbedrijven actief in landbouwzones. 

Stijgende prijzen

Door die verstedelijking, verpaarding en vertuining staat er steeds minder open ruimte te koop. En stijgen de prijzen. Voor landbouwgrond betaalde je in 2000 gemiddeld 17.000 euro per ha, in vandaag is dat al 30.000 euro. In de omgeving van steden, waar de druk op open ruimte nog groter is, lopen de prijzen makkelijk op tot 80.000 euro per hectare. 

Die hoge grondprijzen maken het voor startende landbouwers moeilijk om een rendabel bedrijf op te starten. Dat is een van de redenen waarom biologische landbouw of korteketenlandbouw zo moeilijk van de grond komt in Vlaanderen. En waarom een organisatie zoals De Landgenoten aandeelhouders zoekt voor haar coöperatieve, om landbouwgronden op te kopen en te verhuren aan bioboeren. Zelf kunnen die startende bioboeren de hoge grondprijzen niet betalen. 

Ook voor natuur en bos zijn die hoge grondprijzen een probleem. Zo zijn de tarieven voor boscompensatie niet afgestemd op de oplopende prijzen, waardoor het voor gemeentebesturen steeds moeilijker wordt om gronden voor herbebossing te kopen. 

Strikter bouwbeleid = win

Landbouw, natuur en bos hebben dan ook veel te winnen bij een strikter bouwbeleid in landbouwgebieden. Zo zouden leegkomende landbouwgebouwen voorbehouden moeten worden voor nieuwe landbouwactiviteiten, in plaats van allerhande zonevreemde functies toe te laten. Met de nu voorliggende versoepeling van de bouwregels in landschappelijk waardevolle landbouwgebieden, dreigt de regering echter de betonstop te saboteren.

Bouwshift

Meer over Bouwshift