Vlaamse woonfiscaliteit gouden kans voor betere ruimtelijke ordening

In 2014 wordt de federale fiscale aftrek voor woonleningen volledig afgeschaft. Dat is een gevolg van de staatshervorming. De bevoegdheid over hypothecaire leningen wordt overgedragen naar de Gewesten, samen met het budget daarvoor. Zo krijgt Vlaanderen er in één klap meer dan 900 miljoen euro en een belangrijke bevoegdheid bij. Het is dan aan de gewesten om een eigen woonbeleid uit te bouwen, via belastingkredieten of -verminderingen.

Vraag is nu hoe Vlaanderen die nieuwe bevoegdheid gaat invullen. Vlaams minister van Begroting Philippe Muyters (N-VA) liet vorige week in het parlement verstaan dat er nog geen duidelijkheid is over hoe de Vlaamse regering dat gaat aanpakken en dat ze nog wacht op cijfers en teksten van de federale regering.  ‘Vlaanderen zal alleszins een beleid uitwerken dat de aankoop van een woning blijft stimuleren’, aldus de minister.

Volgens Bond Beter Leefmilieu (BBL) biedt deze bevoegdheidsoverdracht een gouden kans om via een eigen fiscaliteit een betere ruimtelijke ordening te ondersteunen. BBL stelt daarom voor om een koppeling te voorzien tussen de belastingsvermindering en de ligging van een woning. Om een verdere verstedelijking van landelijke gebieden te beperken en wonen in stads- en dorpskernen te stimuleren, kan een grotere aftrek voorzien worden voor woningen die gelegen zijn in de bebouwde kom. Voor afgelegen woningen in de open ruimte moeten dan meer belastingen betaald worden. Dat is ook billijker, want voor woningen gelegen in de open ruimte moet de samenleving immers meer kosten maken, bijvoorbeeld voor het aanleggen van riolering, voor afvalophaling of voor openbaar vervoer.

Samen met de bevoegdheid voor hypothecaire leningen krijgen de Gewesten ook de bevoegdheid voor het klein beschrijf. Kopers van bescheiden woningen moeten slechts 5 in plaats van 10% registratierechten betalen. De Vlaamse regering wil een huiskorting invoeren ter vervanging van het 'klein beschrijf'.

Dergelijke 'huiskorting' zou, naast de oppervlakte en het comfortniveau, ook rekening kunnen houden met de ligging, om zo het wonen in stads- en dorpskernen te stimuleren. Dergelijke huiskorting zou ook kunnen ingezet worden om energiezuinige ingrepen aan de woning te ondersteunen, mee als compensatie voor de schrapping van de federale maatregelen voor energiezuinige ingrepen.

Het klein beschrijf is gebaseerd op het kadastraal inkomen (KI), een verouderd systeem uit 1975. Sinds de jaren ’70 zijn de schalen van het KI niet meer aangepast, hoewel het principieel de bedoeling was om elke tien jaar een perequatie (herschaling) van de KI’s door te voeren. Omdat er sinds de jaren zeventig een grote stadsvlucht heeft plaatsgevonden, gingen vele buurten in de stad er sindsdien op achteruit. De KI’s bleven er echter even hoog. De KI’s worden sinds 1991 enkel jaarlijks geïndexeerd en worden bij een grondige verbouwing tevens verhoogd.

Door het uitblijven van een algemene perequatie, is de situatie vandaag dat heel wat KI’s een stuk hoger liggen in achtergestelde stedelijke woonbuurten, dan in meer welstellende buurten of buitengebiedgemeenten. Intussen is de realiteit dat het KI van bescheiden stadswoningen soms veel hoger is geworden dan dat van grote woningen op het platteland, waardoor die fiscaliteit tot een stadsvlucht heeft geleid. Om het wonen in de stad te stimuleren en een verdere urbanisatie van het landelijk gebied tegen te gaan, zou er een nieuwe perequatie moeten komen van de KI’s. Hierdoor kunnen de huidige scheeftrekkingen en ongelijkheden worden rechtgezet, waardoor de belasting eerlijker wordt en de steden positief gediscrimineerd worden. Maar de federale overheid is niet van plan om zo’n algemene perequatie door te voeren, want dat is een enorme opdracht die veel personeelsinzet zal vragen.

De Vlaamse overheid kan nu proberen om via de huiskorting een aantal scheeftrekkingen van het KI recht te zetten. Volgens het Vlaams regeerakkoord zal men de mogelijkheid onderzoeken om het voordeel van het ‘klein beschrijf’, zowel in de steden als op het platteland, niet langer afhankelijk te maken van het kadastraal inkomen, maar via nieuwe criteria zoals woonoppervlakte en gezinsmodulatie om te vormen tot een ‘huiskorting’. Een goed voornemen, maar BBL vraagt dus om ook de ruimtelijke ligging als criterium mee te nemen. Aanvullende criteria kunnen ook van belang zijn om andere doelstellingen te ondersteunen, zoals het verbeteren van de energiezuinigheid van een woning. Wordt zeker vervolgd.

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen