Vlaanderen steunt palmolie op tuinbouwbedrijven

Ondanks de groeiende kritiek op palmolie als brandstof, kunnen warmtekrachtinstallaties op palmolie in Vlaanderen genieten van steun van het Vlaams Landbouw Investeringsfonds (VLIF) én van groene stroomcertificaten. Van 2006 tot nu werd in Vlaanderen voor negen van dergelijke verwarmingsinstallaties in tuinbouwbedrijven bij het VLIF investeringssteun aangevraagd. Vijf dossiers werden al gunstig beoordeeld, over de andere is nog niet beslist.Dat blijkt uit het antwoord van minister-president Kris Peeters op een parlementaire vraag.

Investeringen gericht op de productie en het gebruik van hernieuwbare energie, kunnen rekenen op 30% steun. Op een totale investering van ruim 1 miljoen euro werd 404.528 euro steun verleend. Naast de installaties waarvoor steun werd aangevraagd zijn er nog enkele andere installaties op palmolie actief in Vlaanderen. In 2009 werd in deze installaties zo’n 8170 ton palmolie verbruikt. Op basis daarvan werden er groene stroomcertificaten uitgereikt.

De voorbije jaren hebben diverse studies twijfels doen rijzen over de effectieve CO2-reductie van biobrandstoffen. Palmolie blijkt daarbij één van de slechtste leerlingen van de klas. De palmolieteelt is één van de grootste drijfveren voor de steeds verdergaande ontbossing in Zuidoost-Azië. Dit is niet enkel het gevolg van de directe gevolgen van de aanleg van palmolieplantages, maar ook van de zogenaamde indirecte effecten op het landgebruik (verschuivingen in landgebruik ten gevolge van de toenemende teelt van energiegewassen). Studies tonen aan dat de effecten van indirect landgebruik dermate groot zijn dat de broeikasgasbalans voor palmolie - die ingezet wordt als biobrandstof - negatief wordt in vergelijking met fossiele brandstoffen. Daarnaast zijn er ook nefaste effecten op het vlak van milieu en biodiversiteit en bovendien worden de rechten van de lokale bevolking vaak met de voeten getreden.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds neemt de grootste hap uit het budget voor het Vlaamse plattelandsontwikkelingsprogramma (PDPO II). Dat was al zo bedoeld bij de opmaak van het programma, en bleek onder andere uit het jaarverslag 2008. Dit voorbeeld toont andermaal aan dat, hoewel het PDPO een goed instrument zou kunnen zijn om ook in de landbouwsector in te spelen op nieuwe uitdagingen zoals de energie- en klimaatcrisis, het daar niet voor wordt ingezet. Integendeel, investeringen in concurrentiepositie van de Vlaamse landbouwbedrijven krijgen de voorkeur, vaak zonder enige voorwaarden voor duurzaamheid. Door het toekennen van groenestroomcertificaten wordt bovendien de indruk gewekt dat de inzet van palmolie momenteel duurzaam is. En daar zijn heel wat kanttekeningen bij te maken.

 

Landbouw