Voor lekkere, duurzame én betaalbare voeding, klik hier

Boeren blijven kopje onder gaan. De prijzen voor dierlijke producten duiken de diepte in. Tegelijk wil de consument steeds meer een authentiek, smaakvol en duurzaam product. Maar het mag ook niet te veel kosten. Onverzoenbaar? Neen, integendeel: een mooie kans voor de voedingsproductie in Vlaanderen. Als we op tijd de slimme keuzes maken.

De productie van dierlijke producten zoals vlees, melk en eieren staat onder druk. Er is een acute crisis door een overaanbod. Maar structureel bevindt de dierlijke productie in Vlaanderen zich op het snijpunt van twee tegengestelde krachten: steeds goedkopere, buitenlandse concurrenten en een kritische, veeleisende consument die er minder van lust.

De doorsnee landbouwer voelt zich het slachtoffer van die twee evoluties. Hij ziet hoe die zijn winstmarges aan beide kanten onder druk zetten.  Aan de ene zijde verlaagt de marktprijs door de internationale concurrentie.  2.000 zeugen is de standaardmaat voor nieuwe varkensstallen. Waaghalzen stampen megastallen met tienduizenden koeien uit de grond. Handelsverdragen vergroten de markttoegang voor hyperproductieve concurrenten.

Aan de andere zijde vraagt de consument meer dierenwelzijn, minder antibioticagebruik en een lagere, schadelijke uitstoot van runderen en varkens. Die toenemende vereisten voor milieu, natuur en gezondheid maken dat de productieprijs stijgt. De (melk)veehouderij overleeft nu al bij gratie van Europese subsidies. Maar de meeste landbouwers worstelen met de vraag hoe de rekening nog te doen kloppen bij stijgende productieprijzen en dalende verkoopprijzen.

Welke toekomst voor de landbouw?

Wat betekent dit voor de toekomst van de landbouw, en dan vooral voor de dierlijke productie? De dalende marktprijs eist continue productiviteitsverbeteringen en schaalvergroting. Dieren moeten uit minder voeder meer vlees, melk of eieren maken. Tegelijk wil de consument net het tegendeel. Hij vraagt om een authentiek, smaakvol en duurzaam product. Liefst van grondgebonden, familiale landbouw met respect voor de dieren. Maar intussen is de consument wél gewend geraakt aan de lage prijzen.

Aan beide zijden van het spectrum zijn er landbouwbedrijven die nog het hoofd boven water houden door voor te lopen. Zij tonen de twee kanten die onze landbouw schijnbaar uit kan: er zijn de kapitaalintensieve, industriële complexen die erin slagen om de prijs van dierlijke producten verder te drukken. Een sterk ontwikkeld agro-industrieel bestel stuwt hen voort. Voor elke schakel is er staatssteun: het onderzoek, de investeringen, de productie, de vermarkting en zelfs de promotie.

Aan de andere zijde bevinden zich de boeren die afknappen op de ratrace naar meer en groter. Zij zetten in op bio, korte keten of stadslandbouw. Daarvoor vinden ze een kleine maar groeiende groep enthousiaste consumenten.

Van voorlopers naar trend?

Als het voor hén wel lukt, waarom dan niet voor iedereen? Er zijn goede redenen om er aan te twijfelen dat de toekomt van de landbouw ligt in het veralgemenen van één van die tegengestelde praktijkvoorbeelden. Verdere intensivering en schaalvergroting botst op ‘natuurlijke’ grenzen in Vlaanderen. Onze regio ligt dan wel dicht bij havens of universiteiten, waardoor de aanvoer van veevoer of kennis beter loopt, toch is het moeilijk voorstelbaar dat zoiets blijvend het verschil zal maken in de internationale concurrentie tussen mega-landbouwbedrijven. De schaarse open ruimte en de hoge grondprijzen, de slechte staat van het leefmilieu en de hoge arbeidskosten werken allen in het nadeel van Vlaanderen als veestal van de wereld.

Dan maar inzetten op de duurzame, grondgebonden en extensieve landbouw? Dat is ongetwijfeld een must en biedt nog mogelijkheden. Maar in de supermarkt is nog steeds meer concurrentie op prijs dan op kwaliteit of duurzaamheid. De weerstand van landbouwers om dát deel van de markt dat op prijs concurreert in zijn geheel los te laten, is te begrijpen. Voorlopig - en waarschijnlijk nog voor lange tijd - zal de vraag naar kwalitatieve en duurzame dierlijke producten te beperkt zijn om er de hele sector op af te stemmen.

Hier is de uitweg

Is er een andere piste, een uitweg? De innovaties in de voedingssector zetten aan het denken. Nu al levert die sector viermaal meer toegevoegde waarde en meer tewerkstelling dan de land- en tuinbouw. Vlaanderen excelleert op heel eigen niches zoals chocolade, diepvriesgroenten of (speciaal)bieren. Waarom niet volop inzetten op een nieuwe groeipool: alternatieven voor dierlijke producten?

In het midden van deze eeuw moeten de broeikasgasemissies ongeveer naar nul. Dat betekent onvermijdelijk een daling van de veestapel. Er ontstaat een snel groeiende markt voor alternatieven voor vlees- en zuivelproducten. Zo maakt Alpro in België al meer dan 700 plantaardige voedingsproducten en creëerde de onderneming honderden jobs. De bedrijfsresultaten zijn uitstekend.

‘Meat Makers’

De vraag om ‘vlees’ te produceren zonder broeikasgasemissies, waterverbruik, lokale vervuiling en dierenleed leidt tot nieuw onderzoek naar kweek- of labovlees. Het tijdschrift The Economist voert in een recente documentaire ‘Meat Makers’ voorbeelden op uit Nederland en de VS. Onderzoekers werken er aan kweekvlees op basis van plantaardige eiwitten of stamcellen. Zodra die innovaties marktrijp zijn, zullen ze in voedingsfabrieken geproduceerd worden. Zulke voedingsfabrieken staan even dicht of ver van de ‘traditionele landbouw’ als de veefabrieken met arbeiders in loondienst.

Als de dierlijke productie in Vlaanderen tot zo veel moeilijkheden leidt, waarom legt de sector zich dan niet toe op het alternatief met groeipotentieel? In tegenstelling tot ruimte hebben we wel heel wat innovatievermogen, in tegenstelling tot goedkope arbeid wel toegang tot kapitaal. De campagne Dagen Zonder Vlees toont aan dat er ook een groeiende markt is voor diervrije voeding. Dit past gewoon beter bij Vlaanderen dan de grootschalige veehouderij.

 

Smaakvolle, duurzame én betaalbare voeding

Als onze regio voor dat pad kiest, zou de landbouw- en voedingssector in twee richtingen evolueren. De niche van de duurzame landbouw bouwt zich verder uit op het tempo van de groeiende vraag naar kwalitatieve en authentieke producten. Maar in de traditionele dierlijke productie doen we de volgende logische stap in de intensivering. Niet de schaal vergroten of de productiviteit van de dieren nog een paar percent opdrijven. Wél door innovaties de dieren uit de keten bevrijden, zodat de sector erin slaagt van plantaardige eiwitten rechtstreeks smaakvolle, duurzame en betaalbare voeding te maken.

Landbouw

Meer over Landbouw