Waarom blauwe waterstof een doodlopend straatje is

Het staat buiten kijf dat waterstof een belangrijke rol zal spelen in de industrie van de toekomst. Maar blauwe waterstof lijkt een volstrekt overbodige tussenstap. © - Jonathan Farber

Waarom blauwe waterstof een doodlopend straatje is

Het staat buiten kijf dat waterstof een belangrijke rol zal spelen in de industrie van de toekomst. Maar blauwe waterstof lijkt een volstrekt overbodige tussenstap. © - Jonathan Farber

Blauw, turquoise, roze, geel, groen: waterstof heb je tegenwoordig in alle kleuren van de regenboog. Terwijl groene waterstof van belang zal zijn voor de transitie van de industrie, lijkt blauwe waterstofproductie een doodlopend straatje: het betekent massale inzet van duur aardgas, waarna de CO2 weer weggevangen wordt. Energiebedrijven Equinor en Engie willen zo’n installatie bouwen in de  Gentse haven, tegen het eind van dit decennium. Maar zo’n nieuwe fossiele investering zou  een historische vergissing zijn. 

Op dit moment zit het project - dat de naam H2BE kreeg- in een haalbaarheidsstudiefase. Het is met andere woorden nog niet duidelijk waar exact, met welke gas en en welke capaciteit het project zal uitgerold worden. Maar één ding is wel duidelijk: ze willen Noors gas naar hier halen en de afgevangen CO2 weer naar Noorwegen transporteren. 

Nieuwe fossiele investeringen zijn een barslecht idee: nu bouwen betekent dat de installatie nog meegaat tot ver na 2050 en we dus nog met nieuwe fossiele brandstoffen zouden werken. Dat kan je moeilijk een transitiemaatregel noemen. Enkel de gasindustrie vaart er wel bij. 

Waterstof zal nodig zijn in de industrie: maar waar komt die vandaan?

Wat wel positief is: de transitie is duidelijk helemaal vertrokken en waterstof zal een rol spelen in de transitie. Elke haven springt intussen op de waterstofkar. Port of Antwerp heeft onder andere haar Hydrogen Import Coalition, de Gentse haven heeft een pas ontwikkelde waterstofstrategie en de Vlaamse en Federale regering hadden die waterstofvisie al langer ontwikkeld en leggen in kader van de Recovery and Resilience Facility (de Europese relancemiddelen) infrastructuur vast (al moet dit nog écht vertrekken). 

Het staat buiten kijf dat waterstof een belangrijke rol zal spelen in de industrie van de toekomst. Vandaag de dag wordt waterstof vooral als grondstof gebruikt om ammoniak en methanol te produceren en wordt het ook gebruikt in de raffinagesector om te helpen ontzwavelen. Hoe gaat dat evolueren in een hernieuwbare toekomst? De raffinage zal geleidelijk aan wegvallen en ammoniak/methanol kunnen niet alleen als grondstof, maar ook als energiedrager worden ontwikkeld. Waterstof ter vervanging van gasboilers is geen goed idee: het is inefficiënt en elektrische boilers worden intussen op grote schaal ontwikkeld en toegepast. 

© IEA Future of Hydrogen (2019)

Daarnaast is de hamvraag of waterstof hier op grote schaal geproduceerd zal worden. Allicht niet. Vlaanderen en bij uitbreiding België hebben onvoldoende hernieuwbare energie op overschot om er groene waterstof mee te maken. Het is veel efficiënter om de geproduceerde hernieuwbare elektriciteit rechtstreeks te gebruiken, dan ze eerst om te zetten naar waterstof.

Vandaar dat heel wat partijen, inclusief onze overheid al contracten aan het afsluiten zijn met landen die wél overschotten hernieuwbare energie ‘bezitten’. Denk maar aan Chili, Namibië en zelfs Tasmanië. Merkwaardig: niemand lijkt zich vragen te stellen of lokale gemeenschappen dat zien zitten en of hun basisbehoeften inzake energie al vervuld zijn.

Een overgangstechnologie moet komen en dan weer weggaan. Maar installaties voor blauwe waterstof bouwen kost handenvol geld. Zoveel zelfs dat je er de eerste 30 jaar als investeerder alleen maar je geld uit wil halen.

Groene waterstof wint het kleurpleit

De toekomstkleur van waterstof zal zonder twijfel groen zijn. Discussies op het Europese toneel gaan vooral over de definitie van ‘clean’ hydrogen. Clean hydrogen wordt vaak foutief aanzien als green hydrogen. Groene waterstof is waterstof opgewekt via een elektrolyser en met hernieuwbare elektriciteit. De definitie van clean hydrogen daarentegen gaat over “low-carbon” hydrogen of men definieert een CO2-drempel, bv. 3 kg CO2 per kg H2 (zoals in de EU green finance taxonomy). 

Met torenhoge aardgasprijzen op de Europese korte-en langetermijnmarkten ziet het er vandaag somber uit voor grijze en blauwe waterstof. Voor 1 kg waterstof heb je 44 kW aardgas nodig. Aan een prijs van 100 euro per MWh gas, kost dit 5 euro per kg H2 (louter voor de grondstof). Daar moet je nog de kosten voor afvang en opslag van CO2 bijrekenen. 

Tegelijkertijd dalen de prijzen voor groene waterstof snel: tegen 2030 zou de prijs zakken onder de 2 euro. In het Midden-Oosten is groene waterstof trouwens nu al goedkoper dan Europese blauwe. Is blauwe waterstof niet gewoon een tussenstap die we beter kunnen overslaan?

Maatschappelijke debat is cruciaal

Technologische ontwikkeling lijkt steevast sneller te gaan dan het maatschappelijk debat kan volgen. Nochtans moeten er heel wat vragen gesteld worden over de technologie. 

Participatie in innovatie is cruciaal. Een voorbeeldje uit de wetenschap: de DNA-transitie gaat pijlsnel. Vandaag is het mogelijk om  je hele DNA uit te lezen, maar morgen kan je misschien door de politie tegengehouden worden omdat je DNA online stond. De vraag is die we ons altijd moeten stellen: is dat maatschappelijk wenselijk? Als burger hebben we niets te zeggen over de innovatie in DNA-onderzoek, maar wel over die wenselijkheid van wat je met die technologie kunt doen. Dat debat moeten we ook voeren over de industrie.

Zo moeten we het dringend hebben over de framing van blauwe waterstof als overgangstechnologie. Dat klopt helemaal niet. Een overgangstechnologie moet komen en dan weer weggaan. Maar dergelijke installaties bouwen, kost handenvol geld, zoveel zelfs dat je er de eerste 30 jaar als investeerder alleen maar geld uit wil halen. Daarnaast is er geen zachte overgang naar groene waterstof en elektrolysers: dat zijn volledig andere technieken, met een andere en nieuwe investeringskost. 

Conclusie: een nieuwe installatie voor blauwe waterstof is geen goed idee. Pomp al dat geld liever in nieuwe groene waterstof en de infrastructuur ervoor. De maatschappelijke richting is duidelijk: een afbouw van fossiele brandstoffen, en dan moet dat ook worden nageleefd door de industrie en de overheid. De plannen van Equinor en Engie mogen terug in de koelkast.

Zware industrie Waterstof

Meer over Zware industrie, Waterstof