We eten minder vlees. Waarom kweken we dan meer varkens?

Elk jaar eet de Belg zo’n 900g minder vlees. Dat is goed nieuws voor onze gezondheid. Vreemde vaststelling: tegelijk blijft de productie van vlees verder stijgen. Al dat extra vlees exporteren we naar het buitenland. Maar de vervuiling die de vleesproductie met zich meebrengt, die blijft hier.

Win-win of lose-lose?

Per Vlaming werd er 57,8 kg vlees gegeten in 2014. Een daling met 12,3% in vergelijking met 2005. Het relatieve aandeel in het gezinsbudget dat uitgegeven werd aan vlees daalde in diezelfde periode. Per Vlaming gaat er nu jaarlijks 485 euro naar de aankoop van vleesproducten.

Nu de productie nog

In tegenstelling tot de dalende vraag stijgt de productie van vlees in België. We zijn nu voor 188% zelfvoorzienend in vlees, ofwel: we produceren bijna dubbel zoveel als we nodig hebben. Ten opzichte van 2005 werd er netto 7,3% meer vlees geproduceerd. Dat is geen reden tot juichen. Het overschot exporteren we dan wel naar het buitenland, maar de negatieve effecten van de bijkomende productie blijven hier.

Bron: Kerncijfers landbouw 2015

Minder vlees produceren is nochtans een win-win voor verschillende groepen in onze samenleving. Zowel de burger, de boer als de politicus vaart er wel bij. Minder vleesproductie, op een wereldwijde schaal, komt ons lichaam, onze portemonnee en ons milieu alleen maar ten goede.

Sector in crisis

De huidige landbouwcrisis bij ons wordt deels veroorzaakt door een te hoge wereldwijde productie van varkensvlees en melk, die de prijzen ook op de lokale markt doet dalen. Vele boeren krijgen hierdoor geen eerlijk loon naar werk.

Daarnaast blijft de intensieve veehouderij een probleem voor de lokale en regionale milieukwaliteit en gezondheid. Geconcentreerde emissies naar water en lucht, resistentie aan antibiotica, geurhinder en bedenkelijk dierenwelzijn: het zijn allemaal gekende problemen.

Europees antwoord

Vanuit een deel van de sector klinkt dan ook de vraag om op Europees niveau een ‘level playing field’ te creëren, om alle EU-landen aan te zetten om een productiebeperking in de melkvee- en varkenssector te organiseren.

Het antwoord van de Europese Commissie blijft teleurstellend. Lidstaten mogen zelf fondsen gebruiken om producenten vrijwillig aan te moedigen om minder te produceren. Landen die hier niet op ingaan zien allicht de kans schoon om hun marktaandeel te vergroten, waardoor de impact op de crisis erg beperkt zal blijven.

De keuze is aan ons

Om boeren in de toekomst kansen te geven om met eerlijk werk voedsel te produceren en de kost te verdienen, moeten we het als maatschappij mogelijk maken voor hen om hun bedrijf te runnen met oog voor mens en milieu. Naast de taak voor de politiek zal de rol van de consument en burger hier cruciaal zijn.

Dat betekent: inzetten op een sector met minder dieren, met eerlijke prijzen voor de boeren en met een minder schadelijke impact op de milieukwaliteit. Import van vlees en veevoer van ver weg moeten we afbouwen. De kosten van goedkoop voedsel worden nu immers onrechtstreeks betaald, meestal via de belastingen of door verlies aan gezondheid en milieukwaliteit. En daar hebben boeren noch Belgen voordeel aan.

Plantaardige voeding Landbouw