Wie is de klimaatvervuiler die zomaar zijn gang kan gaan?

Zonder dat we het goed beseffen, bereikt zowat alles wat we kopen ons per schip. De containerschepen die onze gebruiksvoorwerpen leveren, vormen echter een bedreiging voor onze gezondheid en die van het klimaat. Immers: zeventien containerschepen stoten per jaar net zoveel zwavel uit als alle auto’s op aarde. Ook: een cruiseschip stoot per dag evenveel roet uit als 1 miljoen auto’s. En dan hebben we het nog niet over de klimaatopwarming.

De smerigste olie is het goedkoopst

Afgelopen weekend ging in Rotterdam de documentaire Sea Blind van Bernice Notenboom in première. De bekende documentairemaakster en noordpoolreiziger concludeerde: “Eén ding is me duidelijk geworden: deze industrieën kunnen we niet hun gang laten gaan in de verwachting dat ze het klimaatprobleem zelf oplossen.”

Olie uit het afvalputje

Containerschepen maken geen gebruik van geraffineerde brandstoffen zoals personenauto’s. Ze worden voortgestuwd door bunkerolie. Dat is zowat de smerigste en meest vervuilende olie die er is , maar ook de goedkoopste. En daar begint alle ellende.

Het resultaat van de luchtvervuiling is zowat overal voelbaar. De zwavel- en stikstofoxiden en het fijnstof veroorzaken bij ons kanker, ademhalingsproblemen en hartkwalen. Omdat de uitlaatgassen lang in de lucht blijven hangen en grote afstanden kunnen afleggen, tast de scheepvaart milieu, natuur en de menselijke gezondheid aan. Zo hullen de schepen de meest pure sneeuwtoppen in de Alpen en de Himalaya in een zwart roetpak. Dat is niet alleen een esthetisch verlies, maar het versnelt ook de globale klimaatopwarming.

Uit de boot gevallen

De sector is, samen met de luchtvaart, de snelst groeiende uitstoter van schadelijke broeikasgassen. De scheepsvaart stoot jaarlijks ongeveer 1000 miljoen ton CO2 uit. Dat is 3% van de globale uitstoot. Daarvan neemt Vlaanderen 20,2 miljoen voor haar rekening, meer dan de uitstoot van al het personen- en vrachtvervoer samen, namelijk 15,4 miljoen ton CO2.

Ondanks de inspanningen van de EU rept het Parijs-akkoord met geen woord over scheepvaart. In plaats daarvan vinden onderhandelingen plaats in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). De nieuw aangestelde directeur Kitack Lim is ambitieus en wil tegen april een akkoord afkloppen over hoe de sector zijn uitstoot zal beperken.

Ankerpunten voor een oplossing

Maar gelukkig hoeven we niet te wachten op een internationale aanpak. We kunnen de uitstoot van het uiterst schadelijke roet en zwavel beperken: in plaats van bunkerolie kunnen schepen een lichtere diesel verstoken of overstappen op vloeibaar gas.

Ook kunnen de havens van Antwerpen en Zeebrugge, zoals Rotterdam, beslissen om zones in te stellen waar schepen de smerige olie niet meer mogen verstoken. De Rotterdamse haven rekent schepen die bunkerolie mijden een lager tarief aan. Een ander goed voorbeeld: de Stichting Noordzee, die de Clean Shipping Index gebruikt. Dat is een tool die rederijen omvat die zo duurzaam mogelijk varen.

Tot slot starten bedrijven als Friesland Campina, Akzo en DSM het Biceps-initiatief: ze hebben afgesproken hun goederen alleen nog maar door duurzamere rederijen te laten vervoeren. Zo schakelen de bedrijven een versnelling hoger naar een schone scheepvaart.

Klimaatbeleid Desinvestering uit fossiele energie