Windenergie: een positief verhaal

Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen (UA) blijkt dat het merendeel van de bevolking windenergie genegen is. Toch regent het actiecomités die liever geen windturbines zien verrijzen in hun achtertuin. Projectontwikkelaars botsen hierdoor vaak op heel wat (juridische) weerstand en de hoogstnoodzakelijke bouw van nieuwe windturbines verloopt zeer moeizaam. In 2012 werden slechts 38 nieuwe turbines geplaatst, goed voor een vermogen van 78 MW. Het is duidelijk dat we dringend een versnelling hoger moeten schakelen, willen we de doelstelling van 13% hernieuwbare energie tegen 2020 halen. Daarvoor moet er de komende 7 jaar minstens 130 MW per jaar bijgeplaatst worden. 

De vele juridische procedures wijzen vooral op een gebrek aan maatschappelijk draagvlak voor nieuwe windmolens. Een onderzoek van de UA over de sociale aanvaardbaarheid van windmolens, bevestigt dat daarom meer moet geïnvesteerd worden in vroegtijdige participatie van burgers. Daarnaast moet het ook mogelijk zijn om financieel te participeren achteraf. Deze pistes werden uitvoerig besproken op de denknamiddag “Windenergie: een positief verhaal” van het Transitienetwerk Middenveld (TNM), een netwerk van diverse Vlaamse middenveldorganisaties die pleiten voor een sociaal rechtvaardige transitie naar een duurzame samenleving.

Op verschillende plaatsen in Vlaanderen ontstaan, in navolging van de gewestelijke coöperatieve Ecopower, lokaal verankerde energiecoöperatieven. Deze initiatieven tonen aan hoe de actieve betrokkenheid van burgers bij de ontwikkeling en uitbating van de windprojecten kan zorgen voor een positief verhaal.  Belangrijk hierbij is dat het gaat om volwaardige participatie en niet om “schijnparticipaties” waarbij burgers enkel financieel participeren. Zo’n schijnparticipaties, zoals het recent door Electrabel opgerichte CoGreen, zijn immers niet veel meer dan een groen spaarboekje waar mede-investeerders via een achtergestelde lening een financieel risico dragen. Bovendien zijn “participanten” geen mede-eigenaar van de installatie en hebben ze geen  invloed op het beleid van de vennootschap die de installaties beheert.  

Het is voor volwaardige coöperatieven zeer moeilijk opboksen tegen de verschillende projectontwikkelaars, die in een race voor de nog beschikbare gebieden grondeigenaars verleiden met zeer grote bedragen.  De toewijzing van een windturbine aan een bepaald perceel komt daarbij voor de betrokken eigenaar neer op een win for life, terwijl de buren niet vergoed worden. Deze ongelijke verdeling van lusten en lasten doet het draagvlak voor windturbines kelderen. 
Om coöperatieve projecten een kans te geven, stelde de Waalse regering dat 49,9% van het project opengesteld moet worden voor directe participatie: 24,99% voor gemeenten en 24,99% voor burgercoöperaties. In Vlaanderen gaf de provincie Oost-Vlaanderen het voorbeeld door te stellen dat de energielandschappen voor 20% opengesteld moeten worden voor rechtstreekse participatie van burgers. 

De Vlaamse regering blijft in dit debat tot op vandaag op de achtergrond. De kabinetschef van Vlaams minister van energie Freya Vandenbossche stelde op de denkmiddag van het Transitienetwerk Middenveld wel dat de Vlaamse energie-administratie momenteel verschillende pistes onderzoekt om coöperatieven te ondersteunen. Zo wordt bekeken of gronden in handen van de overheid kunnen opengesteld worden voor participatie, op welke manier het Vlaams energiebedrijf ondersteuning kan bieden en of  er meer financiële ondersteuning kan gegeven worden aan coöperatieve projecten. 

Zonder een wettelijk kader dat zorgt voor een verankering van rechtstreekse burgerparticipatie, dreigt dit echter een maat voor niets te worden. Bond Beter Leefmilieu zal, als actieve partner van het Transitienetwerk Middenveld, daarvoor blijven ijveren. De wind is immers van iedereen. 

Windenergie