Wonen onder Hoogspanning?

De Vlaamse regering legde op 22 juli het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) vast dat moet leiden tot de verbetering van het hoogspanningsnetwerk in Vlaanderen'. Tijdens het openbaar onderzoek kan elke burger bezwaar indienen (nog tot 10 november).

Het GRUP moet vooral toelaten dat Elia, die verantwoordelijk is voor het vervoer van elektriciteit, een nieuwe 380kV hoogspanningslijn voorziet tussen Zomergem en Zeebrugge: het project Stevin. In Zeebrugge en ook in Zomergem zal een nieuw hoogspanningsstation komen. Het tracé voor de hoogspanningsverbinding doorkruist de gemeenten Brugge, Blankenberge, Zuienkerke, Damme, Maldegem, Sint-Laureins, Eeklo en Zomergem. De hoogspanningsverbinding zal deels bovengronds en deels ondergronds lopen.

Het project moet de elektriciteitsbevoorrading van de West-Vlaamse regio en de economische ontwikkeling van de haven van Zeebrugge verzekeren. Het project is ook nodig om de groene elektriciteit van de windmolenparken naar het binnenland te transporteren. Windenergie in de Belgische Noordzee speelt een essentiële rol in het Belgische klimaatbeleid en het realiseren van de hernieuwbare energiedoelstellingen tegen 2020 in het bijzonder. Bovendien moeten onze windturbines op termijn ook deel uitmaken van een elektriciteitsnetwerk op de Noordzee. Zo’n offshore netwerk zal een belangrijke rol vervullen in het veilig stellen van onze bevoorradingszekerheid en een verbetering van de Europese energiemarkt (recent is hierover nog een interessante studie verschenen, zie http://www.offshoregrid.eu/). Het uitbouwen van een modern en goed uitgebouwd elektriciteitsnetwerk op zee en aan land is essentieel om de doelstelling 100% hernieuwbare energie tegen 2050 mogelijk te maken. Het Stevin project is alvast onontbeerlijk voor de realisatie van deze doelstellingen.

Omwille van de impact op het landschap en de mogelijke gezondheidsrisico’s is het bij de inplanting van nieuwe hoogspanningslijnen van cruciaal belang om de juiste ruimtelijk afweging te maken. Het Stevin tracé gaat uit van logische uitgangspunten op het vlak van landschappelijke inpassing. Vanuit de toepassing van het voorzorgprincipe in verband met magnetische straling doet het plan echter de wenkbrauwen fronsen.

Effecten op landschap en gezondheid

Bovengrondse hoogspanningsleidingen hebben een aanzienlijke impact op open ruimte, landschap en natuur. Bovendien is er onduidelijkheid over de gezondheidsrisico’s als gevolg van de blootstelling aan elektromagnetische velden van hoogspanning. Er zijn in ieder geval sterke aanwijzingen dat de magnetische velden van bovengrondse hoogspanningslijnen een invloed hebben op het aantal gevallen van leukemie bij kinderen. Experts geven aan dat er voldoende reden is tot bezorgdheid en raden aan het voorzorgprincipe te hanteren. Dit komt erop neer dat we streven naar een verlaging van het hypothetisch risico door de blootstelling aan magnetische straling zoveel mogelijk te beperken. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert om hoogspanningsleidingen ver van bewoonde gebieden aan te leggen.

Om de ruimtelijke impact van elektriciteitslijnen zoveel mogelijk te beperken, gaat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit van het bundelings- en ‘standstill’ principe. Dit houdt in dat de lengte van het bovengrondse net niet mag worden uitgebreid. Een uitbreiding van het net kan er enkel komen door nieuwe leidingen te bundelen met bestaande infrastructuur of door ze ondergronds aan te leggen. Ondergrondse lijnen zullen niet noodzakelijk de magnetische velden verlagen, maar de corridor van de velden wel versmallen.

Het Stevin-tracé

De Vlaamse regering koos voor het Stevin-tracé op basis van de resultaten van het plan milieueffecten rapport (MER). Dit MER analyseerde verschillende mogelijke tracés en woog ze tegen mekaar af op basis van effecten op natuur, landschap, wonen en landbouw. Het MER beschouwt het voorstel van het GRUP als meest milieuvriendelijk.

Aan het tracé zijn inderdaad enkele positieve elementen. Door ten zuiden van Maldegem en Damme een oude hoogspanningslijn te verwijderen wordt aan landschapsherstel gedaan. Om de dorpskern van Koolkerke bij Brugge en het nabijgelegen beschermde dorpsgezicht van Vijvekapelle te sparen zal de hoogspanningslijn over een afstand van 9,5 km ondergronds verlopen.

Waar mogelijk wordt voor de bovengrondse delen gebruik gemaakt van bestaande infrastructuur of wordt gebundeld met al bestaande hoogspanningsleidingen. Tussen Zomergem en Eeklo en tussen Brugge en het nieuwe hoogspanningsstation Stevin worden de bestaande hoogspanningslijnen verzwaard op de bestaande pylonen. Tussen Eeklo en Vijvekapelle wordt de nieuwe 380 kV hoogspanningsleiding gebundeld met een bestaande 150kV-hoogspanningsleiding langs het Schipdonkkanaal. Nieuwe masten worden ook voorzien om de leidingen af te takken naar de verschillende nieuwe hoogspanningsstations.

Ruimtelijk gezien is het logisch dat infrastructuur zoveel mogelijk wordt gebundeld om zo weinig mogelijk bijkomende woningen te overspannen. Nadeel is echter dat de bewoners in de ‘gebundelde zone’ alle lasten moeten dragen. Tussen Scheeweege en Vijvekapelle wijkt het plan dan weer af van het bundelingsprincipe om gebouwen onder de bestaande leiding te ‘ontwijken’. Een vreemde oplossing die de slechte ruimtelijke planning alleen maar bevestigt.

Vanuit het voorzorgprincipe is het niet verantwoord om nieuwe leidingen te realiseren nabij woonzones. Het RUP maakt het echter niet onmogelijk om in de toekomst nog te bouwen onder de hoogspanningslijnen. Het is ook niet duidelijk of voor de woningen in de buurt van de zware hoogspanningslijn onteigening is voorzien of een financiële compensatie om de waardevermindering van de woningen te compenseren.

Omwille van de technische complexiteit wordt een volledig ondergronds tracé niet als een realistisch alternatief beschouwd. Het blijkt te kloppen dat het ondergronds brengen van lijnen met hoge spanningswaarden over lange afstand moeilijk implementeerbaar is. Een van de problemen zou de koeling van de stroomkabels zijn. Door de grote volumes elektriciteit die er langs gaan worden ze heel warm. Bovendien is ook de kostprijs veel hoger dan die van bovengrondse lijnen. Aangezien het echter mogelijk blijkt om de leiding ondergronds te leggen over een afstand van 9,5 km lijkt het niet onmogelijk om het tracé verder ondergronds te brengen, zeker bij woonbuurten. Het protest door bewonersgroepen moet dan ook niet verwonderen.

Nood aan een ‘hoogspanningsbeleid’

Verschillende netversterkingen zullen in de nabije toekomst allicht onvermijdelijk zijn. Nieuwe bovengrondse leidingen zullen steeds een aanzienlijke impact hebben op de schaarse open ruimte en de nog overblijvende landschapsrelicten in Vlaanderen. Gezien de hoge bevolkingsdichtheid en verspreide bebouwing in Vlaanderen zal het onmogelijk zijn om tracés te vinden waarbij geen woningen overspannen worden. Nieuwe bovengrondse leidingen zullen steeds protest uitlokken van de bevolking.

Er is meer duidelijkheid nodig over de pro en contra’s van ondergrondse tracés zodat beter kan worden ingeschat wat hiervan de meerkosten zijn ten opzichte van bovengrondse leidingen, wat de mogelijke milieueffecten zijn die ondergrondse kabels kunnen veroorzaken en wat de baten zijn op het vlak van landschap, versnippering van open ruimte, gezondheid,… In Nederland loopt momenteel een onderzoek over de haalbaarheid van lange ondergrondse kabeltracés.

Er is nood aan een lange termijnvisie wat betreft de verdere uitbouw van hoogspanningslijnen, gekaderd binnen een Europese visie. Het beleid moet voldoende rekening houden met de mogelijke gezondheidsrisico’s. We moeten in ieder geval nieuwe installaties nabij woningen, crèches en scholen vermijden en opteren voor een bouwverbod binnen een bepaalde corridor onder een lijn. Er moeten dringend normen komen voor blootstelling aan de magnetische velden van hoogspanning en middelen worden voorzien om te onteigenen of financieel te compenseren waar deze normen (in nieuwe situaties) worden overschreden.

Minister Schauvliege heeft de opdracht gegeven om een studie uit te voeren naar te nemen maatregelen om de mogelijke gezondheidsinvloed van hoogspanningslijnen in te perken. De studie is ondertussen afgerond. Hopelijk brengt Elia deze studie effectief in rekening en komt ze nog op tijd  voor de ‘slachtoffers’ van het Stevin-project.

Windenergie