Wordt Vlaanderen overspoeld door een tsunami van golfterreinen?

Ook wij hebben eind september en begin oktober in spanning gekeken naar de Ryder Cup, en ook wij sprongen een gat in de lucht toen superster Tiger Woods door onze Belg, Nicolas Colsaerts, netjes werd gebirdied. Naar aanleiding van de sportprestaties van deze ene atleet wordt er plotseling een hausse in het aantal golfspelers vastgesteld. Gisteren was de jeugd met zijn allen aan het tennissen, straks als we het WK halen, gaan ze allemaal voetballen, en nu zoeken ze massaal de greens op. Voor ons part, geen probleem, hoe meer jonge sporters hoe beter.

Maar berichten in de media gaven aan dat momenteel 12 projecten voor de aanleg van golfterreinen in Vlaanderen in de steigers staan, en dat de VVG en minister Philip Muyters onderzoeken hoe de aanleg ervan kan worden versneld. Betekent dat voor deze toevloed aan golfers, maar meteen de schaarse open ruimte te grabbel moet gegooid worden om bijkomende golfterreinen aan te leggen? Daar moet toch wel kritisch over nagedacht worden.

Omgevingsproblemen

Golfsport is een sport die op een vrij milieuvriendelijke wijze kan worden georganiseerd. Maar dan moet men bijzonder veel aandacht hebben voor het weren van herbiciden, en moet men ervoor zorg dragen dat het waterverbruik van dergelijke monotone grasvelden in de hand kan gehouden worden.

Daar komt ook nog bij dat effluent van een golfterrein heel erg voedselrijk is, en in een ruime omgeving problemen geeft voor beken en eventuele rivieren. Daar zijn zeker oplossingen voor, en het milieuprogramma Commited to Green (van enkele jaren geleden) opent perspectieven. Alleen, het zijn maar pioniers die aan dit milieuprogramma meewerken, terwijl dit een evidentie zou moeten zijn. Golfsport mag de omringende natuur niet eutrofiëren, maar mag ook geen verdrogingsproblematiek veroorzaken.

Ruimteverslindend

Bovendien is golfsport een erg ruimteverslindende sport. Vergelijk de maximale bezetting van een 18 holes terrein bijvoorbeeld maar eens met voetbal- of korfbalvelden. Vandaar dat je niet zomaar een golfterrein in het schaarse open buitengebied kan inplanten.  Natuurgebieden zijn absoluut niet geschikt, omdat de wilde natuur behalve in de roughs geen bestaansreden heeft. Valleigebieden zijn meestal te drassig, en in een verdrogend Vlaanderen (één van de belangrijkste natuurproblemen, zie Mira-T rapport) zou het werkelijk cynisch zijn om deze wetlands te gaan ontwateren en in lager gelegen gebieden wateroverlast te creëren.

Mogelijkheden

We zien echter wel mogelijkheden in zwaar verontreinigde sites (brownfields en oude stortplaatsen) of landbouwgebieden zonder natuurwaarde (gebieden uit de set aside-regeling). In dit laatste geval kan de landbouwer zelfs nog extra inkomen “putten” door landschapsbeheer. Of hij nu maïs moet afrijden of gras, zal de boer worst wezen, als hij zijn inkomen maar structureel kan opkrikken. In dergelijke gebieden kan een golfterrein nog een bijdrage leveren aan de biodiversiteit : de niet-bemeste en herbicidevrije roughs tussen de greens zijn meestal bijzonder waardevol voor fauna en flora.

Veel golfterreinen worden ook aangelegd met verspreide bosjes en langgerekte struwelen en kleine landschapselementen. Als hierbij gekozen wordt voor inheems bosgoed, is dat zeker een verbetering en een bijkomende mogelijkheid voor fauna en flora als verbindings- en transportweg naar andere natuurgebieden in een nu al versnipperd Vlaanderen.

Duurzame golf

Kortom, de vraag naar nieuwe golfterreinen moet niet afgestemd worden op de hausse van dit moment waarbij toevallig een speler succes behaalt. En verder moeten nieuwe golfterreinen worden ingeplant waar ze een meerwaarde kunnen vormen voor de biodiversiteit. Hierbij mag zeker gevraagd worden dat het golfbedrijf zich afstemt op nieuwe ecologische inzichten over het gebruik van herbiciden, kunstmeststoffen en waterverbruik. Een duurzame golf heeft op die manier toekomst in Vlaanderen.

De vraag is of de golfspeler dat wil, want de democratisering van de golfsport is zeker nog niet aan de orde, ondanks ronkende verklaringen. Een blik op de lidmaatschapsbijdragen van de clubs in Vlaanderen kan dit rechtzetten. Maar dat betekent anderzijds wel dat de golfclubs kapitaal hebben om hun sport structureel te verduurzamen.

Bouwshift