Zwerfvuilakkoord is cadeau aan verpakkingsindustrie

Vorige week ondertekenden minister Joke Schauvliege (CD&V), de OVAM, Fost Plus, Fevia en Comeos een akkoord dat moet leiden tot schonere straten. In ruil voor de belofte om voorlopig nog geen statiegeld op flesjes en blikjes in te voeren, investeert de industrie jaarlijks 9,6 miljoen euro. Het geld gaat onder meer naar opruimacties, straatvuilbakken en beloningen voor gemeentes die GAS-boetes uitdelen aan overtreders. Bond Beter Leefmilieu ploos de (nog niet openbare) overeenkomst na en komt tot de  conclusie dat de industrie ook veel invloed koopt voor het geld.

Een half jaar geleden berichtte BBL dat Fost Plus 6,4 miljoen euro op tafel legde en dat de minister (tot onze tevredenheid) toen niet toehapte. Die situatie is nu veranderd. Het is een bekende vertragingstactiek van de industrie waar ze in Nederland ook ervaring mee hebben. Daar beloofden ze onder aanvoering van Coca-Cola en Albert Heijn om de hoeveelheid plastic flesjes en blikjes in het zwerfvuil binnen drie jaar met 80% te verminderen. Toen onderzoekers aan de universiteit van Leiden tegen het einde van de periode geen enkele noemenswaardige verbetering konden bespeuren, laat staan 80%, was de politiek te laf om daar consequenties aan te verbinden.

De Vlaamse doelstellingen zijn wat bescheidener. Het nieuwe 'Ontwerp Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval' (in het kort: afvalplan) dat momenteel in openbaar onderzoek is en dus nog niet definitief is, spreekt de ambitie uit om tegen 2022 20% minder zwerfvuil (in gewicht) te realiseren. In 2018 wordt geëvalueerd of de initiatieven van de industrie tot goede vooruitgang leiden. Zo niet, dan ligt de optie statiegeld weer op tafel, aldus minister Schauvliege.

Zwerfvuilbeleid onder curatele van industrie?

In het akkoord wordt naast de investering van 9,6 miljoen euro ook gesproken over de oprichting van een Stuurgroep Zwerfvuil. De leden? Dat zijn drie vertegenwoordigers van de industrie plus eentje van het kabinet, eentje van de OVAM en eentje van VVSG. Dit zijn vreemde verhoudingen. De steden en gemeentes trekken jaarlijks namelijk 55 miljoen euro uit om het zwerfvuil op te ruimen en dat is riant meer dan de 9,6 miljoen euro die de verpakkingsindustrie op tafel legt. Voor een relatief bescheiden bijdrage heeft de industrie voor zichzelf dus een uitstekende uitgangspositie gekocht.

De vraag is wat die Stuurgroep Zwerfvuil gaat doen. Daarvoor kijken we wederom naar het afvalplan en daarin staat dat die stuurgroep onder meer betrokken zal zijn bij de evaluatie van de zwerfvuilresultaten. Het is duidelijk dat er geen mogelijkheid mag zijn dat de industrie via de stuurgroep zwerfvuil op enige wijze invloed kan uitoefenen op de manier waarop de zwerfvuilmetingen worden uitgevoerd en geëvalueerd. We vragen aan de overheid om hier strikt over te waken. Daarom hebben wij eerder ook al aangegeven om de zwerfvuilmetingen en evaluaties desnoods zelf te willen uitvoeren.

In het afvalplan staat ook dat de Stuurgroep Zwerfvuil zal instaan voor de concrete uitwerking van een plan voor de openbare netheid. Omdat het hier niet een privé-initiatief betreft, maar de stuurgroep hét aansturende centrum zal zijn van het Vlaamse zwerfvuilbeleid, hopen wij als vertegenwoordiger van de Vlaamse milieubeweging alsnog daarvoor te worden uitgenodigd. We hebben dan wel het verzoek om de stuurgroep te balanceren, want één zitje voor de industrie is heus meer dan voldoende.

Afvalbeleid