Opinie: De Wevers geflipflop kost de belastingbetaler miljoenen euro’s

Bart De Wever trekt de kernuitstap opnieuw in twijfel en jaagt zo zijn coalitiepartners CD&V en Open VLD de kast op. De houding van De Wever getuigt niet alleen van weinig loyaliteit door telkens de discussie te heropenen, ze is ook bijzonder schadelijk. Via minstens drie wegen jaagt De Wever de belastingbetaler op kosten. Het vergt een beetje achtergrondkennis, maar het is de moeite waard om even mee te volgen:

1. Investeringszekerheid ondermijnd

Alle partijen zijn het erover eens dat de vijf oudste kerncentrales moeten sluiten voor 2025 en dat de uitbouw van wind op zee verder gaat tot 4 gigawatt. Voor de nieuwe gascentrales en windparken plant de federale overheid veilingen om te zien welke ontwikkelaar aan de meest gunstige voorwaarden wil bouwen. De hoop is dat er weinig tot geen overheidssteun zal nodig zijn om ontwikkelaars te overtuigen te bouwen. Maar doordat N-VA de kernuitstap aanhoudend in twijfel trekt, moeten de ontwikkelaars rekening houden met de mogelijke, toekomstige concurrentie van twee afgeschreven kerncentrales. Die kunnen een vijfde van de stroom leveren en verminderen zo de ruimte in de markt. Door die onzekerheid zullen de ontwikkelaars een minder gunstig bod doen op de veilingen. Ze zullen met andere woorden meer subsidies vragen om iets te bouwen dat er sowieso moet komen. Dat is de eerste wijze waarop Bart De Wevers uitspraken de samenleving op kosten jaagt: het ondermijnen van de investeringszekerheid.

2. Prijsvoordeel en bevoorradingszekerheid kerncentrales pijnlijke grap

Over twee kerncentrales was er tot voor Pasen nog discussie. De Wever vindt dat die centrales moeten open blijven voor het prijsvoordeel en de bevoorradingszekerheid. Als de gasprijzen voldoende hoog zijn, zullen die jongste kerncentrales inderdaad onder de marktprijs produceren. Maar op de marktprijs zelf hebben ze nauwelijks een invloed, leren verschillende studies. Dat betekent dat Engie-Electrabel goedkoop geproduceerde stroom een stuk duurder zal verkopen. Het voordeel van de verlenging van de kerncentrales zit dus aan de zijde van de producent. Om in dat voordeel te delen, moet de overheid de nucleaire rente belasten. De federale overheid heeft slechts een sterke onderhandelingspositie over de nucleaire rente als ze de twee kerncentrales ook kan sluiten. Ze moet alternatieven achter de hand hebben. Dat maakt dat zelfs voorstanders van een verlenging van de kerncentrales alles op alles moeten zetten om voldoende vervangcapaciteit uit te bouwen: hetgeen waarvan De Wever nú al aankondigt dat het niet mogelijk is, waarmee zijn prijsargument grotendeels vervalt. Voor de bevoorradingszekerheid geldt hetzelfde. De recente incidenten tonen aan dat het niet denkbeeldig is dat twee kerncentrales tegelijk stil vallen, waardoor er sowieso vervangcapaciteit nodig is. Alles in gereedheid brengen om álle kerncentrales te kunnen sluiten, is veruit de meest robuuste strategie.

3. Nucleair risico wordt gerekt

De kernramp van Fukushima richtte meer dan 200 miljard dollar schade aan. In België zijn de exploitanten van de kerncentrales verplicht om zich slechts tegen 1,2 miljard schade te verzekeren, en zelfs die verzekering is deels geregeld via een staatswaarborg. Al is het risico klein, het openhouden van twee kerncentrales rekt het nucleair risico en de kosten waarvoor de belastingbetaler mogelijk ooit moet opdraaien. Ook de factuur van de berging van kernafval is nog volstrekt onduidelijk. Wie inzit met de kostprijs van de elektriciteitsvoorziening, moet alles op alles zetten om de exploitanten onbeperkt aansprakelijk te stellen voor schade bij een ramp en de aansprakelijkheid uit te breiden tot de moedermaatschappijen: EDF en Engie. Zolang de N-VA dat vertikt, houdt ze een impliciete overheidswaarborg op het nucleair risico in stand, opnieuw op kosten van de belastingbetaler.

Dwarsligger

Over de redenen die De Wever ten slotte gaf om de kerncentrales open te houden, kunnen we kort zijn. Alle studies in het kader van het energiepact tonen aan dat je de bevoorradingszekerheid ook kan garanderen zonder kerncentrales, door een combinatie van steeds meer hernieuwbare energie en een back-up van thermische centrales. Zo een elektriciteitssysteem heeft er ook geen moeite mee om voldoende elektriciteit te leveren voor elektrische voertuigen, wat slechts over enkele procenten van de totale vraag gaat in 2030. We kunnen versneld de afhankelijkheid van steenkool en aardgas afbouwen in een Europese context, wanneer de N-VA niet langer dwars ligt voor hogere Europese klimaatdoelstellingen voor 2030. De klimaatadministraties beklemtoonden al meermaals dat die doelstellingen en het uitstootplafond in de Europese emissiehandel de klimaatimpact van de elektriciteitsproductie bepalen. De kernuitstap uitstellen heeft er geen impact op.

> Deze opinie verscheen eerder op de website van De Tijd

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap