Shop till you drop: euforie voor even, milieu-impact voor altijd

In de nieuwe studie After the binge, the hangover neemt Greenpeace ons koopgedrag onder de loep. Wat blijkt? Overconsumptie van kleding stijgt, en zo ook de druk van de mode-industrie op het milieu. De helft van de Europeanen koopt veel meer kleding, schoenen, handtassen en accessoires dan nodig. Tegelijk toont de studie aan dat shoppen niet gelukkig maakt: de euforie over een nieuwe aankoop verdwijnt binnen de dag. Maar de impact op het milieu blijft vele jaren voelbaar.

Consumptie van kleding stijgt, recyclage niet

Sinds de jaren 80 wisselen modetrends elkaar steeds sneller af. De trend van ‘fast fashion’, gepromoot door ketens als Zara en H&M, leidt tot stijgende consumptie van kleding. In vergelijking met 15 jaar geleden hebben we 60 procent meer kledingstukken in onze kast hangen, die we maar half zo lang dragen. 

Na gebruik belandt zo’n 80 procent van onze kleding op een stortplaats of in de verbrandingsoven. Stoffen die niet 100 procent zuiver zijn (de meerderheid) kunnen vandaag de dag nog niet op grote schaal gerecycleerd worden. In het beste geval worden de vezels gedowncycled en omgezet naar vodden of isolatiemateriaal. Het gerecycleerde polyester dat je vandaag in winkels vindt, is afkomstig uit PET-flessen, niet uit polyester kleding.

Vervuilende productie

Het geringe hergebruik en de beperkte recyclage van kleding leidt tot een lineair productiesysteem dat gigantische hoeveelheden natuurlijke grondstoffen (zoals katoen) verbruikt. Om die te telen, te oogsten en verder te verwerken tot katoenmengelingen, viscose, polyester en andere kunststoffen, consumeert de textielindustrie wereldwijd massa’s fossiele brandstoffen en water. 

De mode-industrie is ook een belangrijke vervuiler. Voor het verven en verzachten van kledij gebruikt men maar liefst 3.500 verschillende chemicaliën die schadelijk zijn voor mens en planeet. Deze komen terecht in rivieren en oceanen, aangezien het grootste deel van de kleding geproduceerd wordt in landen waar de milieunormen (en arbeidsomstandigheden) te wensen overlaten.

Share & repair

Hoog tijd voor innovatie in de kledingindustrie, want de kansen om de principes van circulaire economie toe te passen liggen voor het grijpen. Er zijn genoeg goede voorbeelden om inspiratie uit te putten. Denk maar aan MUD Jeans, een merk dat je kan leasen en volledig volgens de principes van de circulaire economie werkt. 

Of het Nederlandse textielbedrijf Dutch Awearness, dat 100 procent recycleerbare en duurzame bedrijfskledij least en produceert volgens de principes van cradle to cradle. Leuk weetje: via een QR-code op het kledingstuk kan je meer info over het productieproces en de reisweg van je kleding opzoeken. Recent verscheen ook een artikel in De Standaard over de Belgische onderneming Pure by Luce, die een duurzame sportlijn lanceert uit gerecycleerde nylonoverschotten. 

Kleding leasen

Conclusie: niet de toegang tot kleding moet verminderen, wel de manier waarop we ermee omgaan en waarop we ze produceren. Door kleding te leasen kunnen mensen nog steeds naar genoegen shoppen en van outfit wisselen. Na gebruik brengen ze broeken en truien gewoon terug zodat iemand anders er evenveel plezier aan kan beleven. Versleten kleding wordt hersteld of - als het echt niet anders kan - volledig gerecycleerd en omgezet naar nieuwe kleding, waardoor minder natuurlijke grondstoffen en water nodig zijn en de ecologische voetafdruk daalt. En daarna kan de cirkel weer opnieuw beginnen.

Greenpeace