We hoeven de vervuiler niet te belonen om concurrentie te garanderen

In 2016 kregen verschillende bedrijven samen 40 miljoen euro uit het Vlaamse Klimaatfonds om hun stroomfactuur te helpen betalen. De 40 miljoen euro is een verspilling van Vlaams klimaatgeld, omdat ze geen emissiereducties oplevert. Tegelijk is het bedrag zeker drie keer hoger dan de eigenlijke kosten die de bedrijven moeten betalen voor hun CO2-uitstoot. En: hoe meer energie ze verbruiken, hoe meer extra geld ze krijgen. Om eerlijke concurrentie te garanderen, zijn er betere oplossingen. Een CO2-taks bij de invoer van producten van buiten de EU, bijvoorbeeld.

Minstens drie keer te veel



Energieproducenten die stroom produceren waarbij CO2 vrijkomt, bijvoorbeeld met een gascentrale, moeten CO2-rechten aankopen op de Europese emissiehandelsmarkt. Deze meerkost rekenen de producenten door aan bedrijven die deze fossiele stroom gebruiken. Die laatsten zien als gevolg hun factuur stijgen. Anderen, die opteren voor groene stroom, dragen deze meerkost niet.

Vlaanderen betaalt de bedrijven drie tot vier keer te veel subsidies om de prijzen van hun CO2-uitstoot te compenseren

De Vlaamse overheid neemt dit verschil niet mee in haar berekeningen en compenseert alle bedrijven op eenzelfde manier. Daarvoor gebruikt ze een onrealistische emissiefactor en betaalt daardoor maar liefst drie tot vier keer te veel subsidies. ‘De vervuiler betaalt’, het principe dat aan de grondslag ligt van het klimaatbeleid, wordt hier vervangen door ‘de vervuiler wordt beloond’. Deze stelling werd reeds nagerekend door de fact-check van De Zevende Dag. Bekijk de video hier.

Meer verbruik = meer steun



De compensatie veroorzaakt een pervers effect. Hoe meer elektriciteit een bedrijf verbruikt en hoe meer broeikasgasemissies het daardoor veroorzaakt, hoe meer ‘energiesteun’ het krijgt teruggestort vanuit het Vlaams Klimaatfonds.

Maar: het Vlaamse klimaatgeld dient om emissies te reduceren, niet om ze op te drijven. Beter investeert de Vlaamse overheid de 40 miljoen euro in energie-efficiëntie of in de ontwikkeling van klimaatneutrale productiemethoden. Op die manier zorgt ze voor een betaalbare energiefactuur voor gezinnen en bedrijven en stimuleert ze de werkgelegenheid.

Oplossing: CO2-taks bij invoer

Bedoeling van de compensatie: concurrentie binnen Europa vermijden. Het gaat over het zogenaamde risico op ‘indirect carbon leakage’, waarbij bedrijven naar het buitenland zouden trekken voor hun productie. Het aantal bedrijven dat daadwerkelijk is blootgesteld aan dit risico is echter kleiner dan het aantal bedrijven dat nu op de compensatie beroep kan doen. Compensatie moet dus rekening houden met een reële bedreiging.

Bedrijven in het buitenland die niet moeten betalen voor hun CO2-uitstoot, kunnen goedkoper produceren. Dat kan leiden tot oneerlijke concurrentie voor onze industrie. In die sectoren waar dergelijke concurrentie speelt, kan de overheid een CO2-taks heffen op de ingevoerde producten. Op die manier creëert de Vlaamse overheid een gelijk speelveld. In dat geval met hoge klimaat- en milieunormen, in plaats van een race to the bottom.

Klimaatbeleid

Meer over Klimaatbeleid