Beroep tegen vergunning vliegclub Drongengoedbos

De vliegclub Ursel kreeg recent een milieuvergunning van het gemeentebestuur om een  sportvliegveld uit te baten in het Drongengoedbos. Diverse verenigingen, waaronder Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en Natuurpunt en Partners Meetjesland, gingen hiertegen in beroep bij de provincie. De vliegactiviteiten in het Drongengoed zijn niet alleen onwenselijk, maar ook  onvergunbaar.

Het Drongengoed is het grootste bosgebied in de provincie Oost-Vlaanderen, de bosarmste regio’s van heel West-Europa. Het Drongengoed heeft bovendien een hoge natuurwaarde en is daarom Europees beschermd als Habitatrichtlijngebied. Dit is een stuk robuuste natuur die ook als dusdanig moet beheerd worden. Het lawaai van recreatieve sportvliegtuigen is hiermee niet verzoenbaar. De sportvliegerij zorgt voor een ernstige verstoring voor zeldzame vogels zoals de nachtzwaluw en wespendief, Europese doelsoorten voor het Drongengoed. Bovendien maakt het Drongengoedbos deel uit van twee potentiële stiltegebieden. Deze stilte, een troef voor de recreatieve ontwikkeling van het Meetjesland, moet volop uitgespeeld worden. De ecologische en landschappelijke kwaliteit van het Drongengoed is een grote meerwaarde voor het toerisme in de regio, dat blijkt duidelijk uit de cijfers van Toerisme Meetjesland. Het gemeentelijk structuurplan stelt terecht voor om de sportvliegactiviteiten af te bouwen; een stelling die ook de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening en Milieuraad meermaals onderschreven.

Het vliegveld wordt trouwens al jaren uitgebaat zonder over de nodige bouw- en milieuvergunningen te beschikken. Volgens een recent arrest van de Raad van State over een geweigerde bouwvergunning voor vliegtuigloodsen, zijn de activiteiten bovendien gewoonweg niet vergunbaar. Volgens de Raad van State is het vliegveld een hoogdynamische recreatieve activiteit, zodat enkel de afgifte van een tijdelijke of voorwaardelijke vergunning tot de mogelijkheden behoort. De Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen moet zich na de zomervakantie over de beroepen uitspreken. Wordt vervolgd…