Californië kritisch voor biobrandstoffen

Californië wil brandstoffen met een lagere broeikasgasuitstoot  bevoordelen. Een nieuwe wet – de Low Carbon Fuel Standard (LCFS) – die dat moet dat mogelijk maken, werd zopas goedgekeurd. Daarbij wordt ook aan biobrandstoffen gedacht. Wat opvalt, is dat de wet bijzonder kritisch is voor biobrandstoffen. Voor het eerst wordt erkend dat de indirecte gevolgen van het verbouwen van energiegewassen mee in rekening moeten worden gebracht. Die indirecte gevolgen liggen in de eerste plaats bij het wijzigingen in het landgebruik. In heel wat gevallen leidt dat tot een negatieve CO2-balans. Het Europese duurzaamheidskader voor biobrandstoffen negeert deze indirecte gevolgen vooralsnog. President Barack Obama heeft intussen ook al te kennen gegeven dat hij het principe van de LCFS wil uitbreiden tot de gehele VS. De kans bestaat dus dat de VS Europa stilaan voorbij steken op dit terrein. 

Bijna alle LCA-studies geven aan, dat er bij biobrandstoffen een zekere vermindering is in broeikasgasemissies ten opzichte van fossiele brandstoffen. De meeste van deze studies brengen echter een kritieke factor niet in rekening, namelijk de directe en indirecte veranderingen in het  landgebruik. Door het verbranden van bomen, grassen en struiken, door het omploegen van grond, of het draineren van koolstofrijk turfgebied, kan heel wat CO2 vrijkomen. Een vaak geciteerd onderzoek bekeek hoe groot de impact van de verandering in grondgebruik is in verhouding tot de voordelen die het gebruik van biobrandstoffen oplevert. Die impact is uitgedrukt in aantal jaren dat de biobrandstoffen zouden moeten worden gebruikt om de initiële koolstofschuld (de schade door nieuw land in gebruik te nemen) te compenseren. Van de onderzochte grondstoffen/locatie combinaties scoort palmolie voor biodiesel afkomstig uit Indonesische moerassen het slechtste: die heeft een terugbetaaltijd van 420 jaar. Suikerriet, dat geteeld wordt op grond die voordien behoorde tot de Braziliaanse Cerrado, heeft ook nog een compensatietijd van 17 jaar nodig. Ook centraal grasland omzetten in maïsveld heeft een hoge compensatietijd van 93 jaar.

 

Nog moeilijker te vatten dan deze directe gevolgen, zijn de indirecte effecten als gevolg van verschuivingen in grondgebruik. Indien rekening wordt houden met deze effecten, zijn er heel wat types biobrandstoffen die niet langer CO2 besparen in vergelijking met fossiele brandstoffen, maar integendeel meer uitstoten. Bij het tot stand komen van de EU richtlijn inzake hernieuwbare grondstoffen werd hier onvoldoende rekening mee gehouden. De berekeningsmethode om directe gevolgen van wijzigingen in landgebruik in rekening te brengen staat er nog niet op punt. Indirecte gevolgen worden helemaal buiten beschouwing gelaten. Hiervoor moet de Europese Commissie nog bijkomend studiewerk verrichten.

Biomassa & biobrandstoffen