Cement is goed voor de helft van de wereldwijde vraag naar materialen.

Cement: het meest circulaire materiaal ter wereld?

Cement is goed voor de helft van de wereldwijde vraag naar materialen.

Bouwen heeft een gigantische impact op het klimaat en het milieu. Alleen al de cementproductie is goed voor 8% van de wereldwijde emissies. Ook België telt enkele cementcentrales. De vraag luidt nu: hoe verminderen we de impact van onze cementproductie?

Cement is goed voor de helft van de wereldwijde vraag naar materialen. Dat leidt tot een enorme milieu-en klimaatimpact: zo’n 40% van de emissies horen bij de energievraag, 60% van de CO2 komt echter vrij bij een natuurlijk chemisch proces, namelijk het omzetten van kalksteen. We zullen in de toekomst nog veel beton nodig hebben: om bruggen te herstellen of dijken te bouwen.

Wie de geologie van België kent, weet dat de Ardennen vol kalksteen zitten, wat de vele cementsites verklaart. Denk aan Holcim in Luik of CBR in Bergen. Een grote industriesector dus, die nood heeft aan een duidelijk transitieplan. Een studie in opdracht van de European Climate Foundation toont alvast aan dat we 80% van de wereldwijde CO2-emissies van de cementproductie tegen 2050 (ten opzichte van 1990) kunnen reduceren.

Beton als circulaire bouwsteen

België is op dit moment één van de koplopers in betonrecyclage. In Vlaanderen wordt zo’n 15 miljoen ton bouw- en sloopafval (waarvan 90% steenachtige fractie) gerecycleerd. Veel kan terug ingezet worden als cement in beton, een echt circulair proces, zoals gebeurde in een nieuwe Mechelse woonwijk. Een ander mooi voorbeeld is het Circular Retrofit Lab dat met gerecycleerd materiaal prefab toepassingen maken die op hun beurt weer energie en materiaal besparen. Maar daar zijn nog uitdagingen: vooral bij het breken van puin wordt niet alles terug tot cement gebracht. Daarom werken verschillende onderzoeksgroepen aan een nieuwe soort brekers (zie Smart Crusher).

Maar recyclage is geen einddoel. Het is ook belangrijk om aan het product zelf te werken: minder produceren of ecodesign. Intussen zijn ook verschillende onderzoeksgroepen of cementboeren aan het experimenteren met alternatieve binders (het basisbestanddeel voor beton). Dat kan door bijvoorbeeld de klinkers te vervangen door andere materialen zoals hoogovenslakken, een restproduct uit de staalproductie. In België worden de hoogovenslakken van de staalgigant ArcelorMittal of zelfs de koperslakken van Arubis al gebruikt ter vervanging van klinkers. Minder klinker, minder emissies. Maar ook de alkali-activatie of zwavelcement bieden voordelen.

De hele waardeketen niet vergeten

De piste waar de industrie zelf naar kijkt als wonderoplossing is CCS, het opvangen en opslaan van CO2. Zo vermijden ze het gros van de emissies, namelijk bij de kalksteenomzetting. België wilt alvast een CO2-backbone opstellen om sommige cementlocaties in Wallonië te verbinden met belangrijke leidingsassen, wat nu nog een ontbrekend puzzelstuk is.

Daarbij pak je dan maar één probleem aan. Een performante circulaire economie werkt op verschillende assen: van anders designen, beter inzamelen en recycleren tot vermijden. Bij dat laatste is self-healing cement (waarbij oa bacteriën kunnen toegevoegd worden om scheuren te herstellen) heel beloftevol.

Normering wordt extreem belangrijk

Op Europees niveau bestaan er heel wat normen, zo heb je die van de CEN, de Europese standard stageorganisatie. En op Belgisch niveau bestaat de NBN: het Nationaal bureau voor Normalisatie. De milieubeweging is betrokken bij hun hoge raad van normalisatie.

Verschillende nieuwe types innovatieve cementen mogen voorlopig nog niet zomaar op de markt. Europa verwacht dat producenten specifieke testen uitvoeren of de cementen wel dezelfde kwaliteiten hebben als de bestaande. Producenten moeten op dit moment beton maken met cement, ook al kan het al zonder. Dat speelt natuurlijk in de kaart van de gevestigde cementspelers, die geen concurrentie krijgen. Maar het blokkeert ook de transitie naar duurzame materialentypes. Makkelijker zou zijn als we cement op basis van verschillende eigenschappen kunnen classificeren, zoals op basis van CO2-inhoud. Als dat zo is, kunnen aannemers en bouwheren in plaats van cement te kiezen op basis van performantie, ook kijken naar de lage of afwezige CO2-uitstoot. Dat zorgt er tevens voor dat de transitie richting klimaatneutraliteit voor de cementindustrie veel sneller zal kunnen plaatsvinden.

Beleid als sturende kracht

De circulaire economie biedt veel kansen: tal van nieuwe soorten binders en alternatieven kunnen hun weg vinden naar de markt, maar dan moeten ze wel makkelijker worden toegelaten als gelijkwaardig alternatief. Nieuwe breekinstallaties zorgen dan op hun beurt voor nog betere input voor nieuwe materialen en andere spelers zijn zoekende om gewoon minder beton te gebruiken.

Het is belangrijk om over de hele waardeketen heen onze manier van betongebruik aan te pakken. Dat betekent de bouwsector samenbrengen met de producenten, aannemers verbinden met architecten en overheden dit laten opnemen in het beleid. Conventionele types cement hebben nu de bovenhand terwijl het potentieel voor alternatieven groot is. Belangrijk is ook om een visie uit te tekenen hoe we ons ideaal circulair gebruik van beton en cement zien. Daar kan alvast het hele sloopopvolgingsplan handig op inspelen, net als de werking bouwen binnen het publiek-private partnerschap Vlaanderen Circulair.