Cleantech niet altijd clean

Verbazing in de media vorige week. Uit het jaarrapport van de milieu-inspectie bleek dat 8 op de 10 installaties die energie opwekken uit biomassa-afval, de milieuwetgeving niet respecteren. Het gaat toch om groene installaties? De cleantech waar Vlaanderen sterk op inzet. Wie een beetje in de sector thuis is, weet waar het schoentje wringt: bij de milieuhandhaving.

De installaties waarvan sprake wekken energie op uit het verbranden van biomassa-afval. De grootte van de installaties en de aard van het verbrande afval, varieert echter sterk. Al deze installaties moeten uiteraard voldoen aan de milieuwetgeving voor afvalverbrandingsinstallaties. Dat betekent dat ze enkel dat afval mogen verbranden waarvoor ze vergund zijn, en dat ze de rookgassen die vrijkomen gepast moeten reinigen, zodat emissies van schadelijke stoffen onder de vastgelegde normen blijven.

Uit het rapport van de milieu-inspectie blijkt dat vooral kleine tot middelgrote installaties vergund voor het verbranden van niet verontreinigd houtafval problemen hebben met het naleven van de milieuwetgeving. Een groot deel van deze installaties blijkt immers houtafval te verbranden dat verontreinigd is met verven, verduurzamingsproducten, plastics en dergelijke. Daarnaast passen ze de verplichte rookgasreiniging in veel gevallen niet of niet goed toe. Ze leven ook de verplichtingen om de emissies van schadelijke stoffen te meten niet na. Dit alles leidt tot vervuiling van de omgeving met zware metalen, dioxines, fijn stof, CO en NOx.

Wat het rapport vooral aantoont, is het gebrek aan doortastende milieuhandhaving in Vlaanderen. Verbrandingsinstallaties voor hernieuwbare energie worden algemeen beschouwd als cleantech, propere technologie. Deze groene technologie wordt door Vlaanderen sterk gepromoot, onder andere door het groenestroomcertificatensysteem. De biomassa-afvalinstallaties helpen ook om onze hernieuwbare energiedoelstellingen te halen.

Hoe groen of proper een technologie is, hangt echter af van de manier waarop ze gebruikt wordt. Voor verbrandingsinstallaties van biomassa-afval betekent dit een goede rookgasreiniging die afgestemd is op het afval dat in de installatie verbrand wordt. En aangezien rookgasreiniging geld en energie kost, is het voor uitbaters van kleinere verbrandingsinstallaties niet vanzelfsprekend om hier voldoende rekening mee te houden.

Bovendien is de verleiding groot om, naast het onbehandelde houtafval, ook behandelde of vervuilde houten planken mee te verbranden als dat voorhanden is.

Voor het klimaat zijn net de kleinere installaties die lokaal geproduceerd afval lokaal omzetten in energie een goede zaak, door het beperken van transport. Als we willen dat er voldoende draagvlak is voor dit soort cleantech, dan is een effectieve en gegarandeerde milieuhandhaving van deze installaties van cruciaal belang.

Uit het rapport blijkt nog dat zelfs na herhaaldelijke controles een aantal installaties zich niet in regel hadden gesteld, waarna sanctioneringsmaatregelen getroffen werden. Dit toont aan dat controles moeten blijven volgehouden worden. Maar ook sensibilisering is nodig, gekoppeld aan snellere sanctionering. Alleen zo kan de overheid ervoor zorgen dat cleantech écht clean is.

Biomassa & biobrandstoffen Afvalbeleid