Dit maakt deel uit van het project Life4BelgianClimate, dat financiering heeft ontvangen van het LIFE Programme van de Europese Unie.
De inhoud geeft alleen de mening van de makers weer; CINEA is niet verantwoordelijk voor het gebruik van de gepubliceerde informatie.

 

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard (25/10/2021) - © Juliana Kozoski

Een haalbaar en betaalbaar klimaatbeleid: waar wacht minister Demir eigenlijk op?

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard (25/10/2021) - © Juliana Kozoski

Een studie van het onderzoeksbureau Climact over de Europese plannen om een emissiehandelssysteem op te zetten voor gebouwen en transport, zorgde gisteren voor heel wat ophef. Of beter gezegd: de communicatie van Vlaams minister van Energie en Klimaat Zuhal Demir deed dat. De minister gebruikte de studie om aan te tonen dat het te duur zou zijn voor de Vlaming om een prijs te plakken op CO2-uitstoot. Tegelijk zweeg ze over de hefbomen die Vlaanderen zélf in handen heeft. Climact zag zich genoodzaakt om publiek de puntjes op de i te zetten. Ongezien. In plaats van op de rem te gaan staan, zou de minister beter in actie schieten. Anders staan we op de klimaattop in Glasgow met de billen bloot.

Emissiehandel voor transport en gebouwen

Climact ging in opdracht van het Vlaams Energie en Klimaat Agentschap (VEKA) na of de plannen van de Europese Commissie, om vanaf 2026 een nieuw emissiehandelsysteem op te starten voor gebouwen en wegentransport, een goede zaak is. Het onderzoeksbureau bracht de verwachte impact in kaart voor de uitstoot van broeikasgassen, de koolstofprijs, energiefacturen, veilingopbrengsten en administratieve lasten. De conclusies zijn genuanceerd. Emissiehandel op zich is onvoldoende om de nodige reducties te realiseren tegen 2030, maar kan wel gebruikt worden om andere beleidsmaatregelen te steunen. Het nieuwe emissiehandelssysteem zou het Vlaams Gewest over de periode 2026-2030 tussen €5 en €8 miljard aan veilingopbrengsten opbrengen.

Hoewel de koolstofprijs een aanzienlijke impact kan hebben op de energiefactuur van huishoudens, heeft de Vlaamse overheid wel hefbomen om de ongewenste sociale gevolgen te vermijden: inzetten op energie-efficiëntie, een schonere energiemix en het hergebruik van de veilingopbrengsten. 

Door de negatieve framing van klimaatbeleid ondergraaft minister Demir het draagvlak dat ze nodig heeft om structurele veranderingen door te voeren.

Sociale effecten als excuus voor gebrek aan actie

De toon van minister Demir over klimaatactie is consistent: het moet haalbaar en betaalbaar zijn voor de Vlaming. Dat klopt uiteraard. Alleen gaat de minister gemakkelijk voorbij aan het feit dat het net de overheden zijn die de hefbomen in handen hebben om het haalbaar en betaalbaar te màken. Zo kan de Vlaamse overheid de lasten verschuiven van elektriciteit naar aardgas en stookolie. Op die manier worden warmtepompen interessanter.

En de Vlaamse overheid kan nog veel meer doen: vaart zetten achter de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrische wagens, de renovatie van sociale woningen versnellen en investeren in kwaliteitsvol openbaar vervoer voor iedereen, de uitstoot van methaan in de landbouw terugdringen door familiale landbouwers te ondersteunen richting meer grondgebonden veeteelt en fossiele subsidies uitfaseren om de industrie op het pad naar klimaatneutraliteit zetten.

Door de negatieve framing van klimaatbeleid ondergraaft minister Demir het draagvlak dat ze nodig heeft om structurele veranderingen door te voeren. Welke zin heeft het om een campagne als ‘Met de Stroom mee’ op te zetten, waarmee je bedrijven en gezinnen wil overtuigen om te investeren in renovaties en hernieuwbare energie, als je op dezelfde dag de boodschap geeft dat klimaatbeleid te duur is? Als de minister het emissiehandelssysteem voor gebouwen en transport maar niets vindt, welk alternatief beleid stelt ze dan zelf voor? Tijd om verantwoordelijkheid te nemen. 

Gaan we in Glasgow het mantra van ‘haalbaar en betaalbaar’ blijven herhalen?

Klimaatministerraad mag geen muis baren

De Europese verhoogde klimaatdoelstelling (-55% emissies tegen 2030), maakt dat ook Vlaanderen een stevige tand moet bijsteken en haar energie- en klimaatplan moet aanscherpen tegen 2023. De SERV, de Sociaal-economische Raad van Vlaanderen, gaf dinsdag een niet mis te verstane boodschap aan de Vlaamse regering: Vlaanderen moet eindelijk eens over de brug komen met een beleid dat minder ingewikkeld is maar meer resultaat neerzet. In plaats van vrijblijvende premies moet de focus verschuiven naar regels en verplichtingen. Ook de SERV (die werkgevers én werknemers vertegenwoordigt) wijst erop dat slimme overheidskeuzes moeten zorgen voor een haalbaar en betaalbaar klimaatbeleid. 

Met zo’n maatschappelijk draagvlak voor een ambitieus klimaatbeleid, zijn alle ogen gericht op de klimaatministerraad volgende week vrijdag. Zal de Vlaamse regering in staat zijn om eindelijk structurele klimaatmaatregelen af te kloppen? Of blijft het bij pappen en nathouden?

Vlaanderen met de billen bloot naar Glasgow?

Op 31 oktober start de internationale klimaattop in Glasgow, met als doel de wereldwijde ambities op te trekken en de strijd tegen de klimaatverandering fors op te drijven. Alle landen zullen er hun beste beentje voorzetten en met nieuwe maatregelen en beleid komen. De Europese Commissie zal er met de Europese Green Deal en het Fit for 55-pakket indruk maken. De federale regering zal ongetwijfeld uitpakken met de zopas aangekondigde verhoging van de capaciteit van het offshore windenergiepark in de Elisabethzone. 

En Vlaanderen? Gaat onze minister met lege handen naar Glasgow? Gaan we daar het mantra van ‘haalbaar en betaalbaar’ blijven herhalen? Of komt Vlaanderen alsnog op de proppen met een gespierd klimaatbeleid waarmee we als sterk geïndustrialiseerde en rijke regio onze verantwoordelijkheid nemen? Alle staats- en regeringsleiders gaan naar Glasgow in hun chicste kostuum. Het is te hopen dat Vlaanderen niet aan tafel verschijnt met de billen bloot.

COP26

Meer over COP26