Een tikkende tijdbom onder Mol

Met de sluiting van de kerncentrales in het vooruitzicht stelt zich de prangende vraag wat er met het bijkomend radioactief afval moet gebeuren na de ontmanteling. Een van de opties is ondergrondse berging. Waar het in de diepe ondergrond de komende decennia verder kan afkoelen. Terwijl België nog een  principiële beslissing moet nemen, wordt in Frankrijk en Finland een ondergronds netwerk voor afvalberging uitgegraven. Daar komen de risico’s van ondergrondse berging aan het licht.

Hoe ondergrondse berging precies in zijn werk kan gaan en welke risico’s daaraan verbonden zijn, kunnen we afkijken bij de uitbouw van de Franse en Finse nucleaire grafkamers. Zowel Finland waar een nucleaire renaissance leidt tot de uitbouw van de ‘kernreactor van de 21ste eeuw’, als Frankrijk, de oude rot in kernenergie zoeken naar een oplossing voor de berging van langlevend radioactief afval. Welke soort laag in de ondergrond ze ook selecteren, er zijn heel wat risico’s aan verbonden, gaande van de vervuiling van grondwater tot aardschokken en verschuivingen.

Ijstijd

Om het groeiende hoeveelheid radioactief afval op te slaan, wordt in Finland, in het dorpje Onkalo een netwerk aan gangen in de ondergrond van graniet uitgegraven. Maar graniet is niet schokbestendig en laat insijpeling van grondwater toe. Bovendien staat vroeg of laat Finland voor een nieuwe ijstijd. Dat betekent dat een ijskap de granietlaag ettelijke meters naar beneden drukt. Tegen dan is het radioactief afval nog niet uitgestraald en zorgt de enorme druk voor een reeël risico. Ook met het insijpelend smeltwater weten wetenschappers voorlopig nog geen raad. Wat is het gevolg van radioactief besmet grondwater?

Krimpend Frankrijk

Van insijpelend water en ijstijden heeft Frankrijk voorlopig geen last. Zij onderzoeken bergingsmogelijkheden in de kleilaag van Bure in het noord-oosten van Frankrijk. De ondergrond bestaat daar uit argilliet, vergelijkbaar met de Boomse klei, maar dan veel droger. Dat betekent dat de grond niet zo flexibel is. Cruciaal, want in de toekomst zal de druk op de kleilaag in Bure sterk toenemen. De Noordwest-Europese aardplaat komt steeds dichter. Aan de andere kant schuift Italië elk jaar een paar mini-milimeters dichter tegen Frankrijk aan. De kleilaag staat dus langs twee kanten onder druk.

De Boomse kleilaag

De meest optimale regio in Belgie voor de berging van radioactief afval is de Boomse kleilaag ter hoogte van het Kempense Mol. Maar verschillende onafhankelijke geologen plaatsen daar echter vraagtekens bij. Die laag is flexibeler dan de kleilaag in Bure, maar bevindt zich dichter aan de aardoppervlakte. Bovendien is die laag niet homogeen en onderbreken de waterdoorlatende zandaders de kleilagen. Deze zijn ook doorspekt met kalkversteningen en vlak boven en onder de kleilagen bevinden zich sterk poreuze zandlagen. Dit vergemakkelijkt op lange termijn de migratie van radioactieve stofdeeltjes naar de biosfeer. Een reeële dreiging voor gemeente Boom, met een veel hogere bevolkingsdichtheid dan in Bure of Onkalo.

De babbel is geïnspireerd op het Artikel van Senne Starckx getiteld De grafkamers van het kernafval. Lees het volledige artikel deze maand in Eos. 

Kernuitstap